Inhoud | Krishna voor Kinderen | Over Hayes'var Das | Krishna in Vraja en Mathurâ | Uddhava Gîtâ | Bhagavad Gîtâ

Krishna in Dvârakâ



             


Srî Krishna Dvaipâyana Vyâsa

De Bovennatuurlijke Geschiedenis van het Spel van

Krishna in Dvârakâ

Onverkort herdicht naar de oorspronkelijke Sanskriet verzen van het Bhâgavata Purâna







Inhoud


 

'Het Spel van Krishna' wordt door enkele honderden miljoenen medemensen op aarde als een hoogst heilig boek beschouwd. Ze geven het in huis een bijzondere plaats, nemen het niet mee naar onreine plekken, zullen er niet uit lezen met ongewassen handen of tijdens het nuttigen van een maaltijd en laten het niet in aanraking komen met lectuur van de wereld; ze leggen het boek niet op de grond of op een zitplaats en slaan de bladzijden niet om met een vinger bevochtigd met speeksel. Hun voorbeeld verdient voor degeen die het wezen van 'Het Spel van Krishna' tot zich wil laten doordringen aandachtige navolging.


Voorwoord

Inleiding

Verantwoording & Literatuur

1: Waarin de Heer een versterkte stad in zee bouwt.

2: Waarin de Yavana tot as vergaat en Koning Muchukunda Krishna verheerlijkt.

3: Waarin Krishna Zich in Dvârakâ terugtrekt en Rukminî een brahmaan een boodschap aan Hem laat overbrengen

4: Waarin Sri Krishna Prinses Rukminî schaakt.

5: Waarin Shishupâla's bondgenoten en Rukmi het onderspit delven.

6: Waarin Pradyumna geboren wordt en de demon Shambara aan het kortste eind trekt.

7: Waarin er strijd geleverd wordt om de Syamantaka steen en waarin Sri Krishna met Jâmbavati en Satyabhâmâ trouwt.

8: Waarin de Syamantaka gestolen wordt, Shatadhanvâ de dood vindt en Akrûra teruggeroepen wordt naar Dvârakâ.

9:Waarin Sri Krishna met Zijn vijf overige Eerste Gemalinnen trouwt.

10: Waarin de Heer een pârijâta-boom uit Indra's paradijs rooft en de demon Bhauma doodt.

11: Waarin Sri Krishna en Rukminî Devi met Elkaar spreken.

12: Waarin de nakomelingen van de Heer worden genoemd; en waarin Balarâma op Aniruddha's bruiloft Rukmi doodt.

13: Waarin Aniruddha Ushâ het hof maakt en door haar vader gevangen wordt genomen.

14: Waarin Heer Shiva Heer Krishna vereert en Aniruddha, met Ushâ, naar Dvârakâ terugkeert.

15: Waarin de geschiedenis van Koning Nriga wordt verhaald.

16: Waarin Baladeva eigenhandig de loop van de Yamunâ verlegt.

17: Waarin de valse Krishna zijn loon ontvangt.

18: Waarin Balarâma de reuzenaap Dvivida straft.

19: Waarin Sankarshana de stad Hastinâpura naar de Ganges harkt.

20: Waarin Nârada een blik werpt in het huiselijk leven van de Alvervulde.

21: Waarin Krishna's dagelijks doen en laten wordt beschreven; en waarin de door Jarâsandha gevangen genomen koningen een boodschapper sturen.

22: Waarin Krishna naar Indraprastha reist.

23: Waarin Jarâsandha wordt verlost.

24: Waarin Krishna naar Indraprastha terugkeert.

25: Waarin de opstandige Shishupâla door Krishna wordt verlost.

26: Waarin de ellendige Duryodhana belachelijk wordt gemaakt.

27: Waarin Shâlva Dvârakâ aanvalt.

28: Waarin Shâlva wordt verlost.

29: Waarin Dantavaktra verlost wordt; en waarin Balarâma tijdens een pelgrimsreis Romaharshana met een grasspriet zegent.

30: Waarin de demon Balvala heengaat en Balarâma Zijn pelgrimstocht vervolgt.

31: Waarin Krishna een berooide brahmaan ontvangt.

32: Waarin Krishna een builtje gepofte rijst krijgt.

33: Waarin de Vrishni's de herders en de herderinnen ontmoeten.

34: Waarin Krishna's Gemalinnen zich met Draupadi onderhouden.

35: Waarin de wijzen Krishna verheerlijken en Vasudeva een offer brengt.

36: Waarin de Heer Zijn zes oudere broers uit de onderwereld terughaalt.

37: Waarin Arjuna Krishna's zuster schaakt; en waarin de Heer Zijn genade bewijst aan Shrutadeva.

38: Waarin Heer Shiva, door Vrikâsura bedreigd, door Heer Vishnu wordt gered.

39: Waarin de wijze Bhrigu nagaat wie de Allerhoogste is: Brahmâ, Shiva of Vishnu; en waarin Krishna de gestorven zoons van een brahmaan terughaalt.

40: Waarin de Alvervulde met Zijn Gemalinnen speelt.


N.B,. Bij de omdichting van de tweede helft van Canto 10, werd door S'rî Hayes'var das het hoofdstuk niet omgedicht waarin de Veda's in eigen persoon hun gebeden doen, horende tussen 37 en 38 van deze inhoudsopgave; zie hiervoor hoofdstuk 87 van het Bhâgavatam


Nawoord


Woordenlijst

A | B | C | D | E | G | - | H | I | J | K | L | M | N | - | O | P | R | S | - | T | U | V | Y

© nalatenschap Teylingen / uitg. Altamira heemstede 1992 (niet meer in druk)
ISBN 90-6963-164-4 NUGI 312 / 613
De oorspronkelijke Uitgave werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van
het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van de NOVIB.
 

 

       

                              




Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Site-overzicht | Zoeken