Standaardvertalingen en vertaalsuggesties

Samengesteld uit de BBTM-lijst, de BBT-lijst uit mei 1995 en aanvullingen voornamelijk voortkomend uit het werk aan de tweede vertaling van Bhagavad-gîtâ zoals ze is (aug. 1998-aug. 2003).

 

Samengesteld door Rûpa Sanâtana Dâsa (versie: 14-10-2005)


download deze lijst in één
.pdf-file | .doc-file

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M|N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|Y

archaïsmen | prabhupâdaïsmen


 

 

I

 

 

identity identiteit (v.), persoonlijkheid (v.).

illicit sex vrije seks (m.), vrije seksualiteit (v.).

illusion illusie (v.).

illusioned in illusie, verdwaasd, (evt. begoocheld).

illusory dat in illusie is/verkeert, begoochelend, onwerkelijk.

illusory energy* illusionerende energie.

* Zie: Nectar of Diction.

imitate (to) nabootsen, imiteren.

imitation imitatie (v.), namaak (m.).

impediment belemmering (v.).

impersonal 1. [m.b.t. filosofie en mâyâvâdâ (impersonalisme)]: impersonalistisch. -> vb. 'impersonal commentary on the Bhagavad-gîtâ' = 'impersonalistisch commentaar op de Bhagavad-gîtâ.' 2. [m.b.t. gedrag] onpersoonlijk. -> vb. 'don't be so  impersonal' = 'wees niet z-  onpersoonlijk'.

impersonalist impersonalist (m.).

impious zondig (bn.).

implicit faith blind/onvoorwaardelijk vertrouwen (o.).

impregnate zwanger maakt/zwanger maken, inbrengen ('impregnate the living entities').

impurity onreinheid (v.), onzuiverheid (v.).

inaugurate inluiden, invoeren, in gebruik stellen, (inwijden, het begin markeren van, openstellen, toegankelijk maken).

inauspicious ongunstig (bn.).

incarnation incarnatie (is v., maar wanneer het duidelijk over een incarnatie van Krishna gaat -> (m.).

-> BBTH, p. 139: "Because this word has its root in the Latin word incarnare (from carn-, 'flesh'), it carries the sense of 'made flesh' When referring to  Krishna, this is certainly not what S'rîla Prabhupâda intends. The Sanskrit word is avatâra, meaning 'one who  descends.'"

incompatible onverenigbaar.

inconceivable onbegrijpelijk, onvoorstelbaar.

indeed 1. beslist, zeer zeker, waarachtig, dus zeker, zijn/is werkelijk ,ongetwijfeld, zonder meer, stellig, inderdaad ["It is indeed true that..."]; 2. sterker nog, voorwaar ["Indeed, there is n-  other way at all"]; 3. in feite, zelfs ("There is indeed no  other shelter...").

inebriety*, ~ies fouten, onbekwaamheden, gebreken, tekortkomingen, zwakheden, onvolkomenheden

* PRABHUPÂDAISM.

-> [A:] (Dravida das): Yes, "inebrieties" [it's almost never used singularly] always means "faults," never "intoxication."

infallible* onfeilbaar.

*PRABHUPÂDAISM.

-> BBTM, p. 59: "Dravida dasa: Here's what I get for "infallible.": 1. absolutely trustworthy or sure: an infallible rule. 2. unfailing in effectiveness or operation; certain: an infallible remedy. It seems like definition 2 is right on the money. 1. is nice too. But one note about acyuta as infallible. In almost every other instance, Prabhupada translates acyuta literally as unfallable, i.e., unable to  fall down, mostly under the influence of mâyâ. Krishna is acyuta = He never falls = He's infallible. Of course, in strict English there is no  such definition. But this is a Prabhupadaism that has been defined in his books and has become ISKCON lingo. Think of it this way: falling is failing; Krishna never falls or fails; He's doubly infallible."

infected behept met, (geïnfecteerd).

infinite/infinitesimal oneindig groot/oneindig klein.

influenced (by the modes) beïnvloed door (de hoedanigheden).

ingredient(s) bestanddeel/bestandelen (o.).

injunction voorschrift (o.), bevel (o.), order (de en het) Ook: aanwijzing (v.) (soms is 'voorschrift' niet op z'n plaats...), gebod (o.).

in Krishna (consciousness) in Krishna-(bewustzijn).

- engaging the mind ~ - de geest absorberen in/richten op/concentreren op Krishna(-bewustzijn).

-  situated* in Krishna (consciousness) - vaststaan/gegrond zijn in (het) Krishna(-bewust zijn).

* Zie: Nectar of Diction.

innocent public argeloze publiek, nietsvermoedende publiek (niet: onschuldig).

-> Bg. 3.21, purp.: "the innocent public in general" - "de gewone/eenvoudige mensen."

inspire, inspired by inspireren Maar ook: opwekken bij.

-> Bg. 10.14, bet. verkl. "Here Arjuna was inspired by the relationship of wonder..." = "Hier werd bij Arjuna de relatie van ontzag opgewekt..."

inquire (to) onderzoek doen, onderzoeken.

inquiry onderzoek (o.).

inquisitive leergierig, weetgierig, onderzoekend, (nieuwsgierig).

insane krankzinnig (bn.).

install op een altaar plaatsten.

-  to  ~ Deities - de Beeldgedaanten (ceremonieel) op een altaar plaatsen, (nog persoonlijker) (ceremonieel) op een altaar plaats laten nemen.

-> Nooit: 'installeren' - cv-ketels installeer je, maar niet Beeldgedaanten...

installation altaarplaatsing van de Beeldgedaanten/Mûrti's

in the clutches of in de greep van, in de macht van, onder de controle van.

Zie ook: CLUTCHES, FROM THE CLUTCHES OF.

in disciplic succession coming in ~ overgeleverd via de opeenvolging van discipelen (van a op b, van b op c, van c op d enz.)

in the disciplic succession een positie (plaats) hebben in de opeenvolging van discipelen, in de opeenvolging van discipelen staan. Zie ook: DISCIPLIC SUCCESSION.

instruct (to) onderwijzen, onderrichten.

instruction(s) aanwijzing(en) (v.), instructie(s) (v.).

interaction(s) interactie(s) (v.), wisselwerking(en) (v.).

interfere (with) in de weg staan, belemmeren, verstoren, zich bemoeien met, zich inlaten met, zich mengen in.

in terms of kan meestal weggelaten worden (anders: uitgaande van, ... gezien, wat betreft, met betrekking tot, in termen van). Zie ook: TERMS - IN TERMS OF.

-> "A piece of padding ['opvulsel', 'bladvulling', RV] usually best omitted."

-> Zie: Words to  skip. In: The BBT Handbook, p. 150-1 (Words to  Skip).

internal intern (bn.).

internal energy interne energie (v.).

internal potency interne vermogen (o.).

International Society for Krishna Consciousness Internationale gemeenschap voor Krishna-bewustzijn (v.).

intimate intiem (bn.).

intoxicant drug (m.), bedwelmend middel (o.).

intoxication* drugsgebruik (o.), intoxicatie (v.).

irreligion irreligiositeit (v.), ongodsdienstigheid (v.) (wanneer het in tegenst. met 'godsdienst' gebruikt wordt).

irreligious irreligieus, ongodsdienstig, goddeloos, ongelovig.

it is not that kan meestal weggelaten worden, maar waar nodig: het is niet zo  dat.

-> Zie: Words to  skip. In: The BBT Handbook, p. 150-1 (Words to  Skip), quoted in the BBT Manual.

it is to  be understood kan meestal weggelaten worden, maar waar nodig: is het zo, (dan) betekent dit dat, dan kan daaruit opgemaakt worden, dan is het duidelijk dat. Waar nodig aan het begin van een zin: men/iemand moet zich echter wel bedenken dat... Zie ook: UNDERSTOOD - 'IT IS to  BE UNDERSTOOD', UNDERSTOOD, IT IS ~, , UNDERSTOOD - 'IT SHOULD BE UNDERSTOOD'.

-> Zie: Words to  skip. In: The BBT Handbook, p. 150-1 (Words to  Skip), quoted in the BBT Manual.