Inhoud | Krishna voor Kinderen | Over Hayes'var Das | Krishna in Vraja en Mathurâ | Krishna in Dvârakâ | Uddhava Gîtâ

Bhagavad Gîtâ

 

Krishna Dvaipâyana Vyâsa

De Bhagavad-gîtâ


Zoals begrepen door S'rî Hayes'var das













S'RI KRISHNA DVAIPÂYANA VYÂSA


BHAGAVAD GÎTÂ


Integrale vertaling naar het oorspronkelijk Sanskrit met enige contextuele uitleg



  1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
 

HOOFDSTUK ZES

VERBINDING DOOR MEDITATIE

 

 

De Alvervulde zei:

(1) Wie zich onafhankelijk stelt van de vruchten van zijn plichtvervulling, is zowel een verzaker als een verbondene, wat niet geldt voor wie geen vuur onderhoudt en niets meer doet.

Het onderhavige vuur is dat van de huisofferhaard, waarvan de vlam altijd brandende wordt gehouden. Wie deze vlam dooft is onverbonden; zijn verzaking komt neer op totaal isolement.

(2) O zoon van Pându, hetgeen als verzaking wordt aangemerkt dien je als verbinding te kennen, want zonder de wil tot verzaking raakt niemand verbonden.

Een vogel die niet wil dat hij los komt van de grond, raakt niet verbonden met de lucht (noch komt hij los van de grond, als hij het luchtruim niet wil kiezen).

(3-5) Voor de spiritualist die tot verbinding wil komen wordt handelen de weg genoemd, terwijl voor hem die tot verbinding is opgestegen sereenheid de weg wordt genoemd. Wanneer men onthecht is van zowel de zinsobjecten als baatzuchtig handelen en alle eigenwilligheid laat varen, heet men tot verbinding opgestegen. Men dient het zelf door de eigen geest te verheffen en het er niet door te verlagen: de geest is voorwaar het zelf tot vriend èn de geest is het zelf tot vijand.

De geest is slechts tot verheffen in staat wanneer hij langs de weg van aanvaarding van hogere kennis en realisatie daarvan gelouterd raakt: in dat geval alleen kan hij het zelf, de ziel, tot vriend zijn. (Voor zowel 'zelf' als 'geest' wordt in het Sanskrit van dit vers het woord âtma gebruikt. Het kan niet in beide gevallen als 'zelf' worden vertaald, want het zelf kan het zelf niet tot vijand zijn: op die positie heeft de materieel besmette geest het alleenrecht.)

(6-8) Vriend is de geest van het zelf dat door zichzelf de geest heeft bedwongen; maar voor degeen die hem niet heeft bedwongen werkt deze geest hem tegen als een vijand. Het zelf van de vreedzame van bedwongen geest is in hitte en kou, in geluk en verdriet en in eer en schande met het Hoogste verbonden. Wie innerlijk door kennis en haar verwerkelijking is voldaan, in zinsbeteugeling is verankerd en voor wie een kleiklomp, een steen en een stuk goud hetzelfde zijn, wordt een verbonden verbindingzoeker genoemd.

In de vertaling worden zo consequent mogelijk de termen 'verbindingzoeker' en 'verbinding' of 'vereniging' gebruikt als vertaling van de woorden yogî en yoga. De vertaling probeert aldus de brede betekenis van deze Sanskrit woorden te honoreren. Indien deze onvertaald in de Nederlandse tekst zouden worden overgebracht, zouden vele lezers, slechts vertrouwd met yoga als gezondheidstraining of meditatie op 'de leegte' of 'het volkomen niets', geen touw aan het toch al moeilijk te vatten onderricht kunnen vastknopen. Alleen waar de woorden yogî en yoga betrekking hebben op de verbindingsmethode waarbij inderdaad 'de yogahouding' wordt aangenomen, hetgeen vanaf vers 10 in dit hoofdstuk het geval is, zullen ze onvertaald in het Nederlands worden aangehouden. Het gaat daar dan ook uitsluitend om dhyâna-yoga: meditatie in speciale zithouding.

(9) Hoger is hij die geen onderscheid maakt tussen sympathisant, vriend, vijand, onpartijdige, bemiddelaar, afgunstige, bloedverwant, heilige en zondaar.

(10) De yogî dient zich voortdurend te concentreren op het Zelf, in afzondering, alleen, beheerst van geest en lichaam, zonder verlangens en zonder bezit.

Het Zelf is niet de ziel - het zelf - maar Krishna's Manifestatie in het hart van ieder wezen, de Opperziel, zoals blijken zal uit vers 14, waarin God zegt dat de yogî zijn geest op Hem, het Hoogste Zelf, moet richten.

(11-15) Op een reine plek moet hij een vaste zitplaats voor zichzelf maken, niet te hoog en niet te laag, van kus'a-gras bedekt met een hertevel en een lap; en daarop zittend, de geest gericht op één punt, de zinnen van activiteit weerhoudend, dient hij yoga te beoefenen tot loutering van de geest. Terwijl hij romp, hoofd en hals rechtop houdt, roerloos en ferm, en naar de punt van zijn neus staart zonder zijn blik af te laten dwalen, sereen, van vrees verstoken en in kuisheid verankerd, dient hij aldus vereend te zitten, zijn hart gericht op Mij, Mij toegewijd. Terwijl de yogî, beheerst van geest, zich aldus steeds bedwingt, vindt hij vrede en de hoogste rust; die met Mij is.

(16-19) O Arjuna, de verbinding blijft uit voor hem die te veel eet of tot het uiterste vast, voor hem die aan veel slapen gewoon is of voor hem die steeds waakt. Voor wie zich vereent in zijn eten en ontspanning, in het verrichten van zijn activiteiten en in zijn slapen en waken, verdrijft yoga het levensleed. Wanneer zijn geest bedwongen is en hij slechts bij het Zelf verwijlt, vrij van verlangen naar enige vorm van genot, wordt hij vereend geacht. Zoals een lampevlam uit de wind, die niet flakkert - deze vergelijking wordt hier aangedragen -, is de yogî, beheerst van geest, in zijn meditatie op het Zelf.

(20-23) De staat waarin de bedwongen geest door yogabeoefening vreugde ervaart en waarin de yogî, door het zelf het Zelf ziende, in het Zelf geniet; waarin hij een eindeloze bovenzinnelijke sereenheid kent, vanuit dat inzicht te ervaren, en waarin hij onwankelbaar in waarheid verwijlt - 'groter goed bestaat er niet,' denkt hij wanneer hij die toestand heeft bereikt -; en waarin hij zelfs niet door de ergste rampspoed uit zijn evenwicht wordt gebracht: ken deze staat nu, waarin de band met het leed wordt geslaakt, als yoga, die vastberaden en opgewekt van hart beoefend moet worden.

(24-26) Terwijl hij alle uit eigenwilligheid geboren begeerte volkomen laat varen en via de geest de zinnenkluwen geheel beteugelt, dient hij gestaag met behulp van het verstand, stukje bij beetje te verstillen, de geest slechts richtend op het Zelf, zonder aan iets anders te denken. Waar de wispelturige, wankele geest ook maar heenflitst, steeds moet hij hem vandaar strak onder beheer van het zelf brengen.

(27) De hoogste sereenheid daalt dan neer over deze yogî, zo bedaard van geest, wiens drangen zijn betijd en die smetteloos tot Brahman inkeert.

(Hier schijnt het Zelf, waarop de yogî mediteert (6.10), en dat Krishna met Zijn 'Mij' gelijkstelt (6.14-15), identiek aan Brahman te zijn. Hoewel een monist dat als vanzelfsprekend concludeert, is daar het volgende tegen in te brengen. Zowel de liefdevolle dienaar die wordt toegelaten tot Krishna's Paradijs als de yogî aan wie de aanschouwing van de Opperziel wordt vergund, gaat tot Brahman in, omdat zowel het Paradijs van Krishna als de Opperziel Zich in Brahman bevindt: het Brahman straalt van Beiden uit. Dus het is niet meer dan passend in het goddelijk scenario wanneer de mediterende yogî in zijn opgang tot het Zelf de Woning van het Zelf, Brahman, binnengaat.)

(28-30) De zondeloze yogî, die zich aldus steeds met Brahman verbindt, bereikt Het gemakkelijk en vindt eindeloos geluk. De door yoga verbondene ziet alom gelijkelijk het Zelf verwijlend in alle schepselen en alle schepselen in het Zelf. Voor wie Mij overal ontwaart en alles in Mij ontwaart ben Ik nooit verloren en die gaat niet verloren voor Mij.

Hier identificeert Krishna Zich met het Zelf. Hoewel Hij er als Hoogste Godspersoon boven staat, zoals Hij ook boven Brahman staat, is Hij er toch mee één, zoals het Bhâgavata Purâna in een beroemd vers verklaart (1.2.11):

De ondeelbare ene kennis van
Brahman, het Zelf en de Alvervulde
is waarheid slechts, zegt iedereen
aan wie de waarheid is onthuld.

(31-32) De yogî, die Mij, die in éénheid verwijl, vereert als Degeen die in alle wezens woont, verblijft in Mij, waar hij ook maar verblijft. O Arjuna, de yogî die met vergelijkende blik, ten aanzien van zowel geluk als verdriet, iedereen gelijk ziet aan zichzelf, beschouw Ik als superieur.

Met 'superieur' wordt het woord parama vertaald, dat ook 'de hoogste' kan betekenen. Dit hoofdstuk culmineert in een opsomming van diverse gradaties van transcendentalisten, waarin de yogî de op één na hoogste plaats bekleedt. Daarom behoort het woord parama hier niet met 'de hoogste' te worden vertaald.

Arjuna zei:

(33-34) O Doder van Madhu, van de yoga door evenwicht, die Je zojuist hebt beschreven, zie ik de vastheid niet, juist vanwege de wankelheid. Want, voorwaar, wispelturig is de geest, Krishna, woest, sterk en onbuigzaam: hij lijkt even moeilijk te temmen als de wind.

De Alvervulde zei:

(35-36) O sterkgearmde, ongetwijfeld laat de wispelturige geest zich moeilijk beteugelen, maar door oefening en onthechting raakt hij bedwongen, o zoon van Kuntî. Voor een onbeheerste acht Ik verbinding door yoga moeilijk te bereiken, maar wie zich er welbeteugeld volgens de juiste methode op toelegt kan haar realiseren.

Arjuna zei:

(37-39) O Krishna, waarheen gaat iemand die weliswaar tot geloof gekomen is maar zich niet inspant en wiens geest van de yoga is weggegleden zonder dat hij tot volmaakte verbinding is gekomen? Is hij niet hier noch daar? O Sterkgearmde, is hij niet verloren als een verwaaide wolk, zonder steun, het geestelijk pad bijster? O Krishna, Jij kunt mijn twijfel volkomen teniet doen: een andere vernietiger van deze twijfel dan Jij dient zich niet aan.

Arjuna stelt hier een vraag die vele aspiranten benauwt. Ze geloven allemaal wel in het Absolute of in God, maar ze weten of durven geen kracht te zetten om het mystieke pad consequent te begaan. Wat is hun lot?

De Alvervulde zei:

(40-42) O zoon van Prithâ, noch in dit noch in het volgende leven ziet men hem teloorgaan, want niemand die het edele nastreeft, mijn beste, wacht een kwaad eind. Nadat hij naar de oorden der verdienstelijken is gegaan en daar een eeuwigheid heeft doorgebracht, wordt iemand die van de yoga is weggevallen wedergeboren in het huis van reine of illustere mensen. Of hij komt beslist terecht in een familie van yogî's of wijzen: zo'n geboorte is in deze wereld moeilijk te verkrijgen.

(43-45) Dan raakt hij weer verbonden met het inzicht verworven tijdens de eerdere belichaming, o zoon van Kuru, en streeft vervolgens weer aan op volmaaktheid. Als gevolg van zijn eerdere yogabeoefening wordt hij verder gevoerd, ook al is hij er niet op uit; al verlangt hij slechts naar kennis over yoga, hij gaat de woorden van de Veda te boven. Intenser voortstrevend dan voordien bereikt nu de yogî, van alle smetten vrij, leven in, leven uit steeds meer vervolmaakt, tenslotte het Hoogste Doel.

(46) Ik acht de verbondene hoger dan de asceet en ook hoger dan de eenheidzoeker en hoger dan de ritualist: wees daarom een verbondene, Arjuna.

De Gîtâ wordt van oudsher ontleed in drie delen van elk zes hoofdstukken. Hier, aan het eind van het eerste deel, waarin God alle mogelijke opwaartse wegen heeft beschreven (van die van de ritualist die wil opgaan in hogere materiële sferen tot en met die van de yogî die wil opgaan in serene aanschouwing van de Opperziel), zet Hij deze wegen op een rij.

De vertaling spreekt hier weer over 'verbondene' in plaats van over yogî, omdat Krishna blijkens de context zonneklaar niet wil dat Arjuna als een mediterende yogî midden op het slagveld kruisbeens op een hertevel gaat zitten. Krishna wil juist dat Arjuna als bevelhebber verbonden handelt in Zijn dienst.


(47) Onder alle verbondenen nu beschouw Ik degeen wiens hele hart naar Mij uitgaat en die Me vol geloof toegewijd dient, als het meest met Me vereend.

In dit slotvers van het eerste deel van Zijn Gîtâ verklaart de Alvervulde dat de verbondene die Hem liefdevol dient Hem het meest nabij is. De toegewijde dienaar overstijgt zelfs de yogî in diens serene meditatie op het Zelf en staat daarmee aan het hoofd van alle verbondenen. Liefdevolle toewijding aan God - dat is de conclusie van de drie hoofddelen van de Gîtâ: aan het slot van hoofdstuk zes (47), aan het slot van hoofdstuk twaalf (20) en aan het slot van hoofdstuk achttien (65-69); terwijl ook de slotverzen van hoofdstuk negen en vijftien deze boodschap brengen.

 

*********************
 

       


                              




Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Site-overzicht | Zoeken