Volgens
de zonnekalender viert men een maal per jaar
zijn verjaardag; de dag waarop iemand geboren
was. Deze dag correspondeert met de
zonnestand ten opzichte van de sterren ten
tijde van de geboorte. Wordt deze stand eens
in het jaar opnieuw bereikt, dan vieren we
onze verjaardag. Omdat de zon een cirkelbaan
om de aarde aflegt welke één
jaar beslaat, komt er maar eens per jaar een
verjaardag. De maan echter legt in
één jaar twaalf omwentelingen
om de aarde af, daardoor wordt er in
één jaar twaalf keer dezelfde
positie bereikt die de maan op de dag van
iemands geboorte had. Volgen we de
maankalender, dan kunnen we dus twaalf keer
per jaar onze verjaardag vieren.
De religieuze feestdagen zijn het resultaat
van rituelen die uitgevoerd worden om
God te vereren en te plezieren. Hoewel het
bijzondere gelegenheden betroffen betreffen,
die de dagelijkse problemen even uit de weg
helpen, worden de feestdagen dagen van
plezier en dankbaarheid. Behalve religieuze
ceremonieën en gebed, worden deze dagen
ook doorgebracht met zang, dans en toneel.
Tijdens de feestdagen heerst er een atmosfeer
van vrijheid en geluk. De grote diversiteit
van de Indiase geloofsovertuigingen is terug
te zien in de verschillende feest- en
gedenkdagen gedurende het gehele jaar door.
Ze verrijken het sociale leven van de Hindoes
en reflecteren een bepaalde culturele inslag.
Tijdens alle Hindoe religieuze feesten wordt
een sober en vegetarisch leven
voorgeschreven. Dat houdt in dat men geen
vlees, vis en eieren gebruikt en zich
onthoudt van alcoholhoudende dranken. In de
praktijk blijken velen er moeite mee te
hebben. Vaak verweerd men zich door te zeggen
dat de kinderen er niet zonder kunnen.
Misschien zullen wij als ouders onze kinderen
van kinds af aan groot moeten brengen met
bepaalde Hindoe waarden. Dan kunnen ze als
kind daarmee opgroeien. En vervolgens zullen
wij zien dat de kinderen de ouders er aan
zullen herinneren dat ze gedurende de Hindoe
hoogtijdagen ook op hun eetgedrag moeten
letten. In deze paragraaf worden de feest- en
gedenkdagen die op de jaarkalender voorkomen
kort besproken. Deze zijn 27 in totaal,
verspreid over het gehele jaar.
Periode
Feest/gedenkdag
Januari
|
1. Makar
Sankranti
|
Augustus
|
15. Nag
Panchami
16. Toelsiedas Jayanti
17. Raksha Bandhan
18. Ganesh Chaturthi
19. Shri Krishna
Djanamastmi
|
Februari
|
2.
Dayanand Jayanti
3. Vasant Panchami
4. Maagh Snaan
|
September
|
20.
Pitri Paksha Poedja
|
Maart
|
5. Gaura
Purnima
6. Maha Shivratri
7. Holika Dahan
8. Holi Phagwa
|
Oktober
|
21.
Saraswatie Poedja
22. Narak Caturdashi
|
April
|
9.
Nawratri
10. Raam Nawmie
11. Hanoemaan Jayanti
|
November
|
23.
Diwalie
24. Govardhan Poedja
25. Yam Dvitya
26. Ganga Nahaan
|
Mei
|
12.
Boeddha Jayanti
|
December
|
27.
Gieta Jayanti
|
Juli
|
13. Rath
Yatra
14. Guru Purnima
|
|
|
1.
Makar Sankrant
Dit festival valt
op de dag wanneer de zon zijn noordwaartse
reis begint en het sterrenbeeld Steenbok
(Capricorn) ingaat. Het valt op de 14-de
Januari elk jaar volgens het zonnekalender
(westerse jaarkalender). De dag begint met
het nemen van een bad in de wateren van de
heilige rivieren en het aanbidden van de zon.
Traditioneel wordt deze dag als heilig
beschouwd. Een verhaal uit de Mahabharat
vertelt dat Bhieshma Pitamaah deze dag
uitkoos om te sterven. Hij was door de pijlen
van Arjun geveld en lag zwaar gewond op een
"pijlenbed". Bhieshma had een zegening
gekregen dat hij zijn tijdstip van overlijden
zelf mocht vaststellen en zodoende wachtte
hij dagen af totdat de dag van Makar
Sankranti kwam. Er wordt ook gezegd dat als
men op deze dag komt te overlijden, men dan
niet meer wordt wedergeboren. Sesam zaad en
rijst zijn de belangrijkste ingrediënten
bij dit festival
2.
Dayanand Jayanti
Volgelingen
van de Aarya Samaadj-beweging herdenken op
deze dag de geboorte van Swami Dayanand
Saraswatie. Swami Dayanand (1824-1883) werd
geboren in het jaar 1824 op 11 februari. Op
deze dag worden in de tempels en andere
ontmoetingsplaatsen erediensten en
plechtigheden georganiseerd, waarbij naast
een vuuroffer (hawan) ook toespraken worden
gehouden. Men leest soms ook uit de
Satyaarth-Prakaash. Dit is één
van de grote werken van Swami Dayanand. Swami
Dayanand richtte in 1875 te Bombay de Aarya
Samaadj op, een hervormingsbeweging. Hij
verkondigde zijn boodschap door middel van
zijn leerstellingen en overtuigingen en heeft
daardoor grote veranderingen teweeg gebracht
in het religieus, sociaal en politiek denken
van duizenden Indiërs. Zijn denkbeelden
en handelen veroorzaakten een religieuze en
sociale revolutie, die later door Mahatma
Gandhi werd gesteund. Maharishi Swami
Dayanand stierf op 30 oktober 1883, op
Diwalie dag.
3.
Vasant Panchami
Onder
alle volkeren van de wereld en in haast alle
culturen wordt de lente met veel vreugde
verwel komd. Zo ook bij de Hindoes. Met
Vasant Panchami wordt door de Hindoes het
lente seizoen ingeluid. Let terlijk vertaalt
betekent Vasant Pancha mi de 5de dag (pan
chami) van de lente (vasant). Vasant Panchami
wordt jaarlijks op de vijfde dag van de
Hindoe maand Magha (januari/februari) gevierd
en opgedragen aan Saraswatie, de goddelijke
manifestatie van spirituele kennis, wijsheid,
muziek, kunst en literatuur. De kleur van
Vasant Panchami is geel. Mensen dragen
gedurende de viering gele kleding, offeren
gele bloemen en hebben een gele tilak op hun
hoofd. Vasant Panchami is de aanloop naar
Holi Phagwa. Het Holifeest wordt ingeluid met
het planten van Holika. Dan wordt namelijk
een castorolie of Ricinusplant (In het Hindi
Rerh plant) geplant op de vijfde dag van de
lichte helft van de maand Magha oftewel de
elfde maand van de Hindoe maankalender,
wanneer de lente in India begint. Deze dag
heet Vasant Panchami. Het planten geschiedt
met een speciale poedja door een pandit. In
India en Suriname gebeurt dit alles
buitenshuis op een veld, maar hier in
Nederland wordt het gedaan in de Mandir of
thuis in een plantenpot. Rondom de
geplante Holika worden door mensen gedurende
40 dagen die daarop volgen, brandbare
voorwerpen als hout, takken, stro enz.
aangedragen en een brandstapel gevormd. In
Nederland doen wij dat op een dag, omdat het
hier niet anders kan. Deze brandstapel
symboliseert de kwade, duistere nachten. Hij
wordt op de vooravond van Holi Phagwa, dit is
40 dagen na het planten, op de dag van de
volle maan, in brand gestoken. Deze ceremonie
heet Holika Dahan. Vooraf wordt op die dag
ook een poedja gedaan, waarbij het
Ricinusplantje, die bhakta Prahlaad moet
voorstellen, eerst uit de brandstapel gehaald
wordt. Wat dan overblijft en door het
offervuur in brand wordt gestoken is
Holika (de tante van Prahlaad), die de
personificatie is van het kwaad.
4.
Maagh Snaan
Maagh snaan
gebeurt op de laatste dag van de Hindoe maand
Magha (januari/februari). Op deze dag wordt
in de middag massaal aartie gedaan bij
Triveni Sangam (heilige plaats in India;
Letterlijke betekenis: tri= drie, veni=
rivier en sangam = samenkomst) en gebaad in
de wateren van de rivieren de Ganges en de
Saraswatie in de stad Prayag.
5.
Gaura Purnima
Op de dag van
Gaura Purnima vieren alle Vaisnava's over de
hele wereld de verschijning van Shri
Chaitanya Mahaprabhu. In hoofdstuk 3.4.3.van
dit boek staat reeds vermeld dat Shri
Chaitanya Mahaprabhu één van de
vele gedaanten is die God aanneemt, een
awtaar. Maar wie is Shri Chaitanya Mahaprabhu
eigenlijk? Op 18 februari 1486, tijdens de
opkomst van de volle maan (=purnima),
verscheen Krishna als Chaitanya Maha Prabhu
te Mayapur in Navadvipa (Bengalen). Zijn
vader heette Jagannath Misra en Zijn moeder
Sacimata. Shri Chaitanya Maha Prabhu is de
incarnatie in Kali Yuga en wordt daarom ook
de Yuga-Awtaar genoemd. Shri Chaitanya Maha
Prabhu is de volkomen manifestatie van Shri
Krishna, in de gemoedstoestand van Shrimati
Radharani. Anders dan Krishna heeft Chaitanya
een gouden huidskleur, de huidskleur van
Shrimati Radharani (Gaurangi). Chaitanya Maha
Prabhu wordt om die reden ook de 'gouden'
awtaar genoemd. Andere namen van Hem zijn
Gaura, Gauranga en Gaurahari. Met de komst
van Chaitanya Maha Prabhu begon het tijdperk
van bhakti, liefde voor God, te herleven. In
Zijn gedaante van sanyaas (monnik) reisde
Chaitanya Maha Prabhu door heel India en
versloeg in vele filosofische debatten alle
zogenaamde geleerden die de religie
misbruikten of onjuist interpreteerden. Shri
Chaitanya Maha Prabhu vestigde de zuivere
vorm van bhakti-uitoefening binnen de Sanatan
Dharma: Bhakti Yoga. Hij introduceerde ook de
filosofie van: acintya bheda-abheda: God is
één en tegelijkertijd
verschillend. Shri Chaitanya Maha Prabhu
toonde door Zelf het goede voorbeeld te geven
hoe de regels als bhakta toe te passen. Hij
introduceerde de sankirtan-beweging, d.w.z.
in een groep chanten van de heilige namen van
God, met name de Mahamantra: Hare Krishna
Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare
Hare Raam Hare Raam Raam Raam Hare
Hare. Chanten doe je ook individueel met een
mala (kralensnoer). Het maakt niet uit waar
je chant en wanneer. Volgens de Geschriften
is het chanten van deze mantra de enige
manier om in Kali Yuga bevrijding te krijgen
en terug te gaan naar de woonplaats van
Bhagwaan. In vele Geschriften staan verzen
waarin de verschijning van Shri Chaitanya
Maha Prabhu is voorspeld. Net als Shri
Krishna heeft Shri Chaitanya Maha Prabhu zijn
virat rupa (universele gedaante) laten zien
om geen twijfel te laten bestaan over Zijn
ware identiteit.
Viering Gaura Purnima
Op deze dag vasten de vaisnavas tot de
opkomst van de maan, d.w.z. niet eten en
drinken. Het is een dag van heel veel
toewijding (sewa) aan Bhagwaan. Er wordt veel
gelezen uit de Heilige Geschriften, extra
gechant, bhajans gezongen en kirtans
gehouden. De mandir en vooral het altaar
wordt heel mooi versierd met bloemen. De
bhakt's koken heerlijke gerechten om te
offeren aan Gauranga. Naast de hoofdmaaltijd
worden 108 of meer verschillende, kleine,
gerechten klaargemaakt om tijdens de
ceremonie in de mandier te offeren aan
Gauranga. De viering in de mandir begint met
kirtans en bhajans en een lezing. Daarna is
er abhishek. Abhishek wil zeggen: het baden
van de moertie (beeldgedaante van God) van
Gauranga. Het baden gebeurt met verschillende
ingrediënten zoals yoghurt, melk, ghee,
honing en suikerwater, waarbij de
ingrediënten steeds apart, in een sankh
(hoornschelp) worden gevuld en over de murtie
heen gegoten. Als laatste wordt Gauranga met
honderden bloemblaadjes gebaad. Tijdens de
abhishek worden mantras gereciteerd en
kirtans gehouden. Na het baden wordt Gauranga
aangekleed met nieuwe kledij. Daarna worden
de meer dan 108 gerechten geofferd aan
Gauranga. Na het offeren vindt de maha-aartie
plaats, en als laatste, het nuttigen van de
prasadam (geofferde maaltijden).
5.
Maha Shivratri
Maha Shiva Ratri
(= de Nacht van de grote machtige Shiva)
Eerst wordt de hele dag gevast. En 's avonds
komen de Shiva aanbidders bijeen in een
tempel om zich te bezinnen en een
offerplechtigheid ter ere van Shiva te
houden. Shiva is één van de
aspecten van de hindoeïstische drie
eenheid: Brahma, Vishnu en Shiva. Om de
aanbidder gedurende de hele nacht wakker te
houden worden er de gehele nacht verhalen
verteld over Shiva, heilige teksten
gereciteerd en worden er lofliederen gezongen
ter ere van Shiva. Shiva wordt door de
aanbidder aanbeden om verlost te worden uit
de kring van geboorte en wedergeboorte. Over
de gehele wereld gedenken de Hindoes op deze
nacht (meestal in februari) de grote machtige
Shiva, de gever van de gelukzaligheid
(zuiverheid en reinheid van de natuur of de
schepping) en de verdrijver van alle
demonische krachten (milieuverontreinigde
krachten of processen). De gelovigen brengen
de nacht door met het verrichten van offers
(poedja, hawan) en met het reciteren van de
Shiva Mantra "Aum Namah Shivaya".
Op een dag vroeg mata Paarwatie aan Shiva
Bhagwaan met welke handeling en verering de
mensen zijn grootste zegeningen konden
verkrijgen. Shiva-dji vertelde een heel
verhaal aan Paarwatie mata over een bahelia
(een jager) en drie herten als antwoord op
haar vraag. Het verhaal heeft de strekking
dat allen die op de dag van Shivratri met
volle overgave de dag doorbrengen met vasten,
bidden, mediteren en het lezen uit de Shiva
Puraan, zijn zegeningen deelachtig worden. In
dit verhaal doolt een jager de hele dag door
het bos op zoek naar dieren die hij met zijn
pijl en boog zou doden. Daarna zou hij het
vlees verkopen om met het geld zijn ouders,
vrouw en kinderen te verzorgen. Die dag vindt
hij geen enkel dier. Het baart hem zorgen.
Want zonder inkomsten komt de verzorging van
zijn gezin in problemen. Zijn zorgen doen hem
zelfs vergeten om te eten en te drinken. Zo
heeft hij onbedoeld de dag vastend
doorgebracht. Om toch wat te kunnen vangen
besluit hij tegen de schemering om vlak bij
een vijver in een boom te klimmen en te
wachten tot de dieren komen drinken voordat
die gaan slapen. Dan zou hij ze makkelijk
kunnen neerschieten. Drie maal komen telkens
weer andere herten daar bij de vijver. Elke
keer pakt hij zijn pijl en boog en spant die
om te kunnen schieten. Tijdens het spannen
van de boog breken een paar bladeren van de
boom en vallen neer op de grond. Door de dauw
zijn de bladeren nat. Dus vallen eigenlijk
enkele druppels water en wat bladeren neer op
de grond. Het geluid van het spannen van de
boog doet de herten schrikken. Ze kijken om,
zien de jager en vragen wat hij van plan was.
Die vertelt ook de waarheid. De herten vragen
hem om hen enkele uren de tijd te geven om
afscheid te gaan nemen van hun gezin. Ze
beloven hem dat ze daarna zullen terugkomen.
En om dat geloofwaardig te maken leggen ze
een eed af. Telkens weten zij de jager
middels het afleggen van een eed te
overtuigen dat zij werkelijk terug zouden
komen. En de jager laat hen telkens gaan. Zo
gaan drie prahaars (prahaar= een periode van
drie uur) voorbij. En hij heeft al drie keer
's avonds ongewild en onbewust gevast en ook
drie keer bladeren en druppels water op de
grond laten vallen. Tegen vier of vijf uur in
de ochtend ziet hij ineens de drie herten en
ook hun jongen voor de boom staan. Ze meldden
zich aan en vertelden dat ze nu bereid waren
om te worden gedood door de jager. Ze zeiden
dat ze zich gelukkig prezen dat hun lichaam,
hun vlees ten dienste kon worden gesteld voor
iemand anders. De jager was totaal overstuur,
dacht na over de eerlijkheid van deze dieren,
over hun zienswijze om anderen te helpen enz.
Tegelijkertijd begon een diep gevoel van
schaamte en schande op te komen over zijn
eigen gedrag als mens. Hij, als mens, was al
die tijd bezig geweest om dieren te doden
voor het eigen belang. En dit waren dieren
die hun leven wilden opofferen om iemand
anders te kunnen helpen, iemand anders ten
dienste te kunnen zijn. Hij kon zich niet
verder beheersen en sprong uit de boom naar
beneden. Hij kwam met zijn hoofd hard aan
tegen een steen die op de grond lag die
overwoekerd was door het gras. Hij raakte
buiten bewustzijn. Toen hij na geruime tijd
wakker werd, zag hij dat hij met zijn hoofd
op de voeten van iemand lag. En die persoon
was niemand minder dan Shiva Bhagwaan, die
samen met mata Paarwatie voor hem stond.
Shiva Dji zei dat hij bijzonder blij was op
hem. Hij had een vol etmaal vastend
doorgebracht en ook niet gezondigd door
dieren te doden enz. Hij zegende de herten en
ook hem zodat zij zijn hemelse rijk
deelachtig werden. Het verhaal van Shivratri
is een aansporing voor een ieder om ook als
een goed mens te leven!
7.
Holika Dahan
Holika Dahan (de
verbranding van Holika; letterlijke
betekenis: Holika= geplante boom of struik,
dahan= verbranden, vernietigen) is de
vooravond van het Holifeest, waarbij de
opgerichte Holika (het kwaad symboliserend)
onder veel belangstelling wordt aangestoken.
Dit vindt altijd plaats op de laatste dag van
de maand Phalguna. Het is dan volle maan. Na
deze plechtigheid, onder leiding van een
pandit (priester), zingen de aanwezigen onder
andere Chautaals. Chautaals zijn lofliederen
ter ere van Shri Raam en Shri Krishna.
Symbolisch gezien fungeert de brandstapel
(Holika) als vernietiging van het kwade (de
verbranding van Holika). Tijdens de ceremonie
loopt iedereen rond het vuur onder het roepen
van verwensingen aan het kwaad. Ook werpt men
rijstkorrels, aarde en stenen in het vuur om
alle slechte gedachten en gewoonten te
verbranden. De warmte van het vuur is ook een
symbool dat de winter voorbij is en dat er
warme dagen aankomen. De bekendste vertelling
over Holi is die van prins Prahlaad. Zijn
vader, koning Hiranjakasipu, waande zich
onsterfelijk en door hoogmoed gedreven gebood
hij de bevolking hem te aanbidden. Zijn zoon
Prahlaad weigerde echter en bleef
godvruchtig. De koning kon dit niet verdragen
en gelastte uiteindelijk zijn dood. Maar het
beschermende aspect van God, Vishnu
beschermde hem en zo bleven alle pogingen van
de koning vruchteloos. Holika, de zuster van
de koning, bezat een onbrandbaar kleed waarin
zij kon overleven in vuur. Zij stelde voor om
samen met Prahlaad op de brandstapel plaats
te nemen, waardoor de prins zou omkomen
en zij gespaard zou blijven. De prins werd
echter door God beschermd terwijl tante
Holika tot as verbrandde. Uiteindelijk
verscheen Vishnu tijdens de schemering in de
gedaante van Narsingh (een mens-leeuw) en
doodde de koning met zijn klauwen. Het volk
werd hierdoor van een tiran bevrijd. Een
diepere betekenis van deze vertelling is dat
de natuur zich tracht te ontworstelen uit de
greep van de winter. Overal komt
schoorvoetend nieuw leven te voorschijn.
Prahlaad staat ook symbool voor het jonge
leven dat de winter heeft weten te trotseren.
De rol van Vishnu als het beschermende aspect
van God komt nergens beter tot uiting dan
juist in deze periode van het jaar. Holi is
dan ook gewijd aan Vishnu. Het feest begint
met as en aarde, maar eindigt met geur, kleur
en uiteindelijk bezinning.
8.
Holi Phagwa
Holi is voor de
Hindoes oorspronkelijk een lente- en
nieuwjaarsfeest. Het is dit nog steeds, doch
in de loop van de tijd heeft men daar andere
aspecten aan toegevoegd, waardoor het een
universeel karakter heeft gekregen. Omdat de
viering samenvalt met het begin van de
jaartelling van de Hindoes, wordt het
Holifeest beschouwd als het nieuwjaarsfeest.
Het feest valt op de eerste dag van de eerste
maand, Phalguna van de Hindoe kalender
(maart/april). Na het verbrandingsfeest
(Holika Dahan) keert men huiswaarts om de
volgende dag terug te keren. Hiermee begint
het Holi- of Phagwafeest. Men besmeert elkaar
dan met as van de verbrande Holika. Die
middag trekt men bij voorkeur nieuwe kleren
aan en besprenkelt men elkaar met welriekende
kleurstoffen en parfum. Men gebruikt vooral
de rode en groene kleurstof als teken van
vriendschap, hoop en liefde. Men legt veel
bezoeken af en wenst elkaar geluk en
voorspoed toe. Holi sluit op gepaste wijze
het oude jaar af en viert zeer vrolijk het
nieuwe jaar. Het Holifeest is niet een zuiver
godsdienstig feest. Het feest heeft meer een
sociaal, cultureel en folkloristisch karakter
en is dus niet beperkt tot de belijders van
een godsdienst. Alle Hindoes, zonder
onderscheid van rangen en standen, vieren
gezamenlijk het Holifeest door zingen en
chauwtaal (muziek) spelen. Het Holifeest
staat in het teken van het begin van een
nieuw seizoen (de lente), en daarom spreekt
men ook wel van lentefeest of oogstfeest
(omdat het in India samenvalt met de
graanoogst). Het Holifeest wordt ook
beschouwd als een overwinningsfeest, de
overwinning van het goede op het kwade. Holi
heeft duidelijk het karakter van een
uitbundig feest. Naast dit uitbundige
karakter steekt er ook een diepere symboliek
achter. De as van de verbrande Holika
symboliseert de dood, maar tegelijkertijd ook
het begin van nieuw leven. Door elkaar met as
van de Holika-dahan te bestrooien ontstaat
het besef van de vergankelijkheid der dingen,
het besef van eenheid en lotsverbondenheid.
De rode kleurstof symboliseert de overwinning
van het goede op het kwade en het groene
staat voor hoop en vertrouwen in de toekomst.
Holi herinnert de mens eraan dat hij niet
alleen is. Dat hij deel uitmaakt van de
maatschappij, dat hij deel uitmaakt van de
universele broederschap der wezens en dat hij
vreugde en leed kan delen met anderen. Zo
zien wij, dat het Holifeest naast veel
vermaak, ontspanning en geluk ook diepgaande
gedachten, gevoelens en bezinning met zich
meebrengt.
9.
Nawratri
Nawratri
of Nawratan (letterlijke betekenis: Naw =
negen en ratri = nachten). Nawratri of de
negen heilige nachten ter nagedachtenis van
het vrouwelijke aspect van het goddelijke,
wordt gevierd in de maand oktober of
november. Tweemaal per jaar (meestal in de
periode maart / april en in de periode
september/oktober) vindt gedurende negen
nachten ("nawratri") een bijzondere verering
plaats van de oerkracht der natuur, het
vrouwelijke aspect van het goddelijke: de
verering van Paarwatie of Doerga mata. Het
Hindoeïsme geeft de kracht en de macht
van God op een symbolische manier aan. Zo kan
een manifestatie van een bepaalde
verschijningsvorm duizenden handen, ogen en
hoofden hebben. Zo wordt een van de
verschijningsvormen Doerga mata genoemd. Er
wordt dan gebeden tot Doerga met negen namen.
Dat betekent niet dat er negen afzonderlijke
Doerga mata's zijn. Men gedenkt en bidt
iedere avond tot een bepaald aspect van
mata.
Negen dagen lang
besteden de Hindoes alle aandacht aan Doerga
mata of Paarwatie, die de mensheid liefde en
bescherming geeft. Deze viering dient ook ter
nagedachtenis van de overwinning van de
goddelijke manifestatie Doerga over de demoon
Mahishasur. Beschonken met kracht, door
zegening van Shiva begon de demoon
onschuldige mensen te vernietigen. Toen deed
men een beroep op Doerga mata en vroegen haar
om hulp. Doerga mata, vergezeld van een leeuw
vocht met de demoon en sneed zijn hoofd eraf.
Gedurende Nawratri vasten en bidden de
aanbidders van Doerga mata voor gezondheid en
voorspoed. Verschillende manifestaties van
Doerga of Shaktie worden elke avond en nacht
aanbeden. Tijdens beide vereringen vasten en
bidden de Hindoes gedurende de negen dagen.
Vele Hindoe gezinnen hebben de traditie om in
deze periode eenmaal een Doerga Paath (lezing
over Doerga), te houden, meestal in
huiselijke kring. Deze negen aspecten van
Doerga mata zijn:
1. Shailputrie
Zij is de personificatie van mata Paarwatie,
die in haar eerste leven als Sati de gemalin
was van Shiva Bhagwaan en als Shailputrie
oftewel Paarwatie opnieuw de echtgenote van
Shiva-dji werd. Daarom wordt zij als eerste
aanbeden.
2. Brahmacharinie
Hier betekent Brahm de DEVOTIE. Zij die de
mens helpt bij het leiden van een leven met
devotie, met toewijding. Zij geeft de kracht
aan de toegewijde gelovigen om zelfs de
grootste moeilijkheden te kunnen
overwinnen.
3. Chandraghanta
De letterlijke betekenis van Chandra is de
maan en van Ghanta is een bel. Als het ware
de bel die in ons hoofd telkens blijft
rinkelen om ons er aan te herinneren
edelmoedig te zijn, de zachtheid en de koelte
van de maan tot eigenschap te maken. Maak de
wereld deelgenoot van die zachtheid,
edelmoedigheid en liefde.
4. Koesmaanda
In deze vorm is Doerga mata de schepper van
de planeten.
5. Skandmata
Skand is een andere naam van Kaartikeya. Hij
was de legeraanvoerder van de dewta's
(hemelbewoners) in hun strijd tegen de
demonen. Zij verschaft de mensen lichamelijke
en geestelijke kracht om de vele innerlijke
vijanden die ons leven negatief
beïnvloeden, te bestrijden en te
verslaan.
6. Katyaayinie
Zij wordt met deze naam aanbeden omdat zij op
een bijzondere manier werd aanbeden door de
bekende Maharishi (grote heilige ziener)
Katyaayan. In deze vorm heeft zij ook extra
energie ontvangen van Brahma, Vishnu en
Mahesh om daarmee de demon Mahishasur te
verslaan.
7. Kaalratrie
Haar verschijning boezemt vrees in, omdat zij
in de vorm van de duisternis, het zwarte van
de nacht en de zwarte vreesaanjagende Kalie
verschijnt. Maar zij is de gelovigen altijd
goed gezind. Zij treedt op als de vernietiger
van de wreedaards, de zondaars.
8. Mahagaurie
Gaur betekent wit, blank. Zij verschijnt
altijd in een witte kleding, witte sieraden.
Het vasten en bidden gedurende de voorgaande
nachten in de reeds beschreven vormen heeft
er voor gezorgd dat alle duistere, zondige,
verkeerde wordt weggewist. Hierdoor wordt het
weer mogelijk om alles weer zuiver en rein te
maken in het leven.
9. Siddhidaatrie
Het negende aspect van Doerga mata is de
Siddhi. Siddhi betekent het verkrijgen van
een bovennatuurlijke bijzondere gave en
kracht als zegen van God.
Zo wordt hier gebeden tot mata Doerga dat zij
haar toegewijde bhakta's (gelovigen) die al
acht dagen haar hebben aanbeden zegent. Men
bidt en vraagt om zegeningen dat zij ook zo
gezuiverd zijn, dat ze op een bijzondere
manier door mata kunnen worden beloond en een
beter leven kunnen leiden. En de beloning die
zij vragen is dat de invloeden van de
Mahagaurie hun zodanig heeft gezuiverd dat
hun hart nu wordt gevuld met reinheid, waar
geloof in God, zuivere gedachten en respect
voor de totale schepping. En natuurlijk is
het niet zo dat wij door maar te bidden
gedurende negen dagen in deze periode al deze
zegeningen kunnen verkrijgen. Maar dit moet
onze harten zodanig openen voor de
werkelijkheid en voor de zin van dit leven
dat wij nu doelbewust een beter leven kunnen
beginnen.
10.
Raam Nawmie
Raam
Nawmie is een Hindoe feestdag ter ere van
Shri Raam. Als zoon van koning Dasrath en
koningin Kausalya van het koninkrijk Ayodhya,
heeft Shri Raam vele heldendaden verricht.
Deze zijn door Valmiki zeer kleurrijk
beschreven in het Sanskrit epos Ramayan. Dit
heldendicht is in het Avadhi (een dialect van
Hindi) getransformeerd door de bekende 16e
eeuwse dichter Toelsiedas. Shri Raam wordt
door de Hindoes als ideale mens en koning
beschouwd, de maryada purush. Een ideale
samenleving wordt "Raamraadj" (godsrijk)
genoemd. Op Raam Nawmie vinden in tempels
speciale diensten plaats, waarbij fragmenten
uit de Ramayan van Toelsiedas worden
gezongen.
Vele duizenden
jaren terug, in de Treta Yuga, leefde koning
Rawan die het leven van de mensen tot een hel
maakte. Recht, wet, geloof en menselijkheid
werden door hem genegeerd en verworpen. Hij
kondigde aan dat hij als koning over alles en
iedereen kon beschikken en beslissen zoals
hij dat wilde. Hij verbood de mensen om God
te vereren. Verering kwam alleen hem toe en
een ieder diende slechts hem te gehoorzamen.
Zij die zich niet hielden aan zijn bevelen
konden rekenen op zeer zware lijfelijke
straffen, vernedering en de dood. Wreedheden,
verbranding van huis en haard van vooral de
gelovigen waren aan de orde van de dag.
Ontvoeringen van vrouwen, verkrachtingen
namen schrikbarende vormen aan. En zo ging
het volk gebukt onder deze tirannie van
Rawan. De mensen riepen om hulp. Er werd
gebeden tot Brahma en Shiva, maar zij wezen
erop dat slechts Vishnu Bhagwaan werkelijke
hulp kon bieden. Zo werd door allen
gezamenlijk gebeden tot God, tot Vishnu
Bhagwaan. Tijdens hun gezamenlijk gebed
hoorden zij op een gegeven moment een stem
uit de hemel die vertelde dat Vishnu Bhagwaan
hen zal verlossen van de ellende en
adviseerde om zich nu rustig te houden.
Vishnu Bhagavan zou op aarde verschijnen bij
koning Dasrath van Ayodhya. Koning Dasrath
die regeerde over Ayodhya was een goede
koning voor zijn volk en het volk had hem
lief. Omdat hij kinderloos is maakt hij zich
zorgen omtrent de troonopvolging. Hij vraagt
een hogepriester om speciale godsdienstige
rituelen te verrichten om alsnog gezegend te
worden met (een) kind(eren). God aanhoort
zijn gebed. Vishnu Bhagwaan had immers al
eerder daartoe besloten en aan de mensen
verteld dat hij als kind bij Dasrath zou
verschijnen. Zo verscheen op de negende dag
(nawmie) van de lichte maandhelft van de
maand Chaitra (maart /april) om exact 12.00
uur overdag de heer Vishnu in zijn volledige
glorie voor koningin Kaushalya. De koningin
vraagt hem om niet in deze gedaante, maar als
baby voor haar te verschijnen en te huilen
zodat de mensen ook kunnen geloven dat zij is
bevallen van een zoon. En God die normaliter
de tranen wist van de mensen in nood, moet
bezwijken voor de liefde en het geloof van
een moeder, gehoorzaamt, en begint zelf te
huilen ten teken dat een kind is geboren. Als
kind krijgt hij van de heilige priesters de
naam RAAM. Shri Raam verscheen op de negende
dag, vandaar Raam Nawmie.
11.
Hanoemaan Jayanti
Hanoemaan
Jayantie is een feestdag ter ere van de
geboorte van Hanoemaan. Na Shri Raam is,
onder de Hindoes, Hanoemaan de meest
populaire. Hanoemaan is de ideale, trouwe,
onbaatzuchtige en toegewijde dienaar van Shri
Raam, met goddelijke krachten. Zijn
populariteit dankt hij aan zijn alom in het
geschiedkundig werk, de Ramayan, uitvoerig
beschreven daden van moed en beleid en aan
zijn edele eigenschappen van trouw en
kuisheid. Door de Hindoes wordt hij
aangeroepen als beschermer tegen en als
verdrijver van kwade geesten en demonen.
Tijdens diensten wordt uit de
Hanoemaan-chalisa (loflied aan Hanoemaan)
voorgelezen en wordt zijn jhandi (vlag aan
een bamboestok) geplant.
12
Boeddha Jayanti
Boeddha Jayanti
betekent de verjaardag (jayantie) van
Boeddha. Op de vollemaansdag in mei herdenken
de volgelingen van Boeddha de geboortedag van
Boeddha. Siddharta Gautam, beter bekend als
Boeddha, is de stichter van het Boeddhisme.
Op 29-jarige leeftijd verliet hij huis en
haard en probeerde door strenge ascese en
zelfkastijding een oplossing te vinden voor
de materiële ellende. Hij bereikte de
verlossing in de vorm van de verlichting.
Gautam werd sindsdien Boeddha (de Verlichte)
genoemd.
13
Rath Yatra
De Rath Yatra
oftewel het karrenfestival van Heer
Jagannaath, Heer van het universum (Jagat -
universum, naath - Heer). In Jagannaath Puri,
een heilige plaats gelegen aan de Golf van
Bengalen aan de oostkust van India in de
staat Orissa, wordt elk jaar een grootse
optocht van reusachtige karren gehouden. Dit
paradefestival vindt plaats ter ere van Shri
Jagannaath (Shri Krishna), Shri Baladeva
(Shri Balraam) en Shri Subhadra Maharani (zus
van Krishna). Normaal verblijven de moerti's
(beeldgedaanten) van Jagannaath, Baladeva en
Subhadra in de tempel. Eenmaal per jaar
worden de prachtige levensgrote murti's ieder
op een eigen reusachtige kar gezet en door de
straten van Jagannaath Puri in een
feestelijke optocht voortgetrokken. Enkele
miljoenen pelgrims uit alle streken van India
nemen deel aan dit festival. Vanwege de
bekende, spiritueel gunstige effecten, nemen
niet alleen Hindoes deel aan het festival,
maar ook mensen van allerlei andere
geloofsstromingen. Daarmee is het Ratha-Yatra
festival het grootste, eendaagse, spirituele
festival ter wereld. Dit festival overtreft
zelfs de Kumbha-Mela. De pelgrims trekken om
beurten aan lange, zijden koorden de prachtig
versierde karren voort. Onderwijl wordt er
uitbundig gezongen (mantra's en bhajans) om
Shri Jagannaath te verheerlijken. De koning
van Orissa gaat traditiegetrouw, altijd aan
de stoet vooruit met een bezem om de straten
voor Shri Jagannaath te reinigen. Hij geeft
daarmee aan dat hoewel hij de koning van zijn
onderdanen is, hijzelf in feite ook slechts
een dienaar is van de Allerhoogste Koning van
het universum, Shri Jagannaath.
Ratha-Yatra festival is een bron van
vrede.
Er staat in de Vedische Geschriften
(shaastra's) vermeld dat iemand die Shri
Jagannaath op deze dag ziet, zeker terug zal
keren naar de spirituele wereld. Zelfs door
slechts aan de koorden van de kar van Shri
Jagannaath te trekken raakt men voorzeker
verlost uit de cyclus van geboorte, ziekte,
ouderdom en dood. Het trekken aan de koorden
van de kar van Shri Jagannaath symboliseert
de uitnodiging aan de Heer om plaats te nemen
in ons hart. Vandaar dat miljoenen mensen
naar Jagannaath Puri gaan voor dit festival.
Doordat al deze pelgrims ongeacht ras of
geloof allen met hetzelfde doel naar dit
transcendentale karrenfestival van Shri
Jagannaath komen, namelijk om Hem te
aanschouwen en Hem eer te bewijzen, bevordert
dit Ratha-Yatra festival de harmonie en de
vrede onder de mensen. Door de genade van
Srila Prabhupada wordt tegenwoordig in alle
grote steden van de wereld zoals New York,
Londen, Parijs, Amsterdam, Tokyo, Durban,
Bombay, Calcutta etc het Ratha-Yatra festival
gehouden. Zo wordt de verering van Shri
Jagannaath als Heer van het universum meer
recht aangedaan. Jaarlijks wordt ook in
Rotterdam in de zomer dit festival
georganiseerd.
14
Guru Purnima
Deze dag wordt
gevierd ter herinnering en verering van de
wijze Vyaas. Hij wordt gezien als de eerste
guru in het Hindoeïsme die de Veda's
toegankelijk heeft gemaakt voor de mensheid
en de achttien Puraans en de Mahabharat
schreef. Op Guru Purnima wordt de guru
vereerd door de discipelen. Op deze dag viert
en bekrachtigt men de verbinding tussen
leraar en leerling. In een feestelijke sfeer
dankt men de guru voor zijn niet aflatende
beschikbaarheid het licht in de leerlingen te
doen ontwaken. Guru Purnima is een
gebeurtenis die wereldwijd in vele tradities
gevierd wordt.
15.
Nag Panchami
Nag
Panchami (Nag= slang en panchami = 5-de dag)
is een festival die op de vijfde dag van de
vollemaansdag in de maand Shravana
(Juli/Agustus) ter ere van slangen wordt
gevierd. Shiva tempels worden op deze dag
bezocht, omdat slangen door Shiva worden
beschermd. Op de dag van Nag Panchami wordt
ook de overwinning van de slang Kaliya door
Shri Krishna herdacht. Krishna heet sindsdien
ook Kaliya mardan oftewel de overwinnaar van
Kaliya. De persoonlijkheid Gods, Shri Krishna
, die verscheen als kind bij de familie van
koning Nanda was op een dag buiten bal aan
het spelen met zijn maatjes. Op een gegeven
moment kwam de bal vast te zitten in een boom
langs de rivier Yamuna. Krishna ging die bal
ophalen, maar de bal viel in het water van de
rivier. De plaats waar de bal viel was een
vrij diepe plek van de rivier en daar
verbleef de grote slang Kaliya Krishna die
heel moedig was sprong in de rivier Yamuna om
de bal te halen. Maar de slang Kaliya die
verstoort raakte in zijn rust kwam naar boven
en toen begon een gevecht tussen Krishna en
Kaliya. Krishna die heel alert was sprong op
de kop van de meerkoppige slang en pakte de
slang beet bij zijn nek. De slang was stevig
gevangen door Krishna. De slang was toen
overgeleverd aan Krishna. Later liet Krishna
de slang Kaliya los en die verdween sindsdien
van die plek.
16.
Toelsiedaas Jayanti
Op
deze dag wordt de geboorte van Toelsiedaas
herdacht. Toelsiedaas was geboren in de
zestiende eeuw. Toelsiedaas is
één van de opzienbarende
dichters/filosofen uit de Indiase
geschiedenis. Zijn naam betekent "de dienaar
van de geneeskrachtige plant Toelsie". Een
voorganger van hem, Valmiki, schreef
eerder de heilige epos Ramayan in het
Sanskriet over het leven van Shri Raam.
Toelsiedaas schreef de Ramayan in het Hindi
(Avadhi) en noemde het de Ramcharitmanas.
Doordat het in de volkstaal was geschreven
was deze beschikbaar en bereikbaar voor een
groter publiek. De boodschap uit de
Ramcharitmanas is zelfs vandaag de dag toe te
passen in onze maatschappij en samenleving.
Het belicht velerlei onderwerpen uit het
dagelijkse leven zoals, de liefde tussen
ouders en kinderen, de relatie tussen
leermeester en leerling, de man-vrouw
relatie, de band tussen de koning en het volk
en andersom, en nog veel meer.
17.
Raksha Bandhan
Op
deze dag in augustus dragen de Hindoe jongens
en -mannen een kleurrijk bandje om hun pols.
Dit bandje heet Raakhi en betekent
'bescherming'. Dit koordje wordt door meisjes
of vrouwen om de pols van iemand gebonden van
wie zij bescherming en hulp kunnen
verwachten. Het is gebruikelijk dat een zus
het bandje voor haar broers of neven bindt.
Als zij het voor een vreemde bindt, dan
beschouwt hij haar vanaf dat moment als een
zus en ontstaat er een broer-zus relatie. Zij
biedt hem daarbij iets lekkers te eten aan en
krijgt een cadeau of wat geld. Dit feest is
nu meer een traditie dan sociale norm of
verwachting. Hindoe vrouwen en meisjes binden
op deze dag een koordje of zelf gemaakte
armband (bandhan) van gekleurde katoen of
zijde om de pols van een man of jongen van
wie ze hulp en bescherming (raksha)
verwachten. Het koordje wordt rakhi genoemd.
De Raakhi is oorspronkelijk gemaakt van rode
en goudgekleurde garen. De vrouw geeft de man
een laddoe, (een balletje gemaakt van suiker
en melk) of een andere zoetigheid dat ze
heeft klaargemaakt of speciaal voor hem heeft
gekocht. Op haar beurt krijgt zij een sieraad
of een ander cadeau. Raksha Bandhan vindt
plaats tussen broer en zus. Als een
vrouw/meisje geen broer heeft kan ze de
raakhi ook aan iemand anders aanbieden. Zij
en haar beschermer zijn vanaf dan als broer
en zus. Daarom is deze dag een belangrijke
dag voor broer en zus
Het hedendaagse
aspect van raksha bandhan is onstaan in Noord
India (Rajasthan) onder de Rajputs (edele
krijgslieden, ridders). Een vrouw die
behoefte had aan bescherming bond een rakhi
om de pols van degene door wie zij beschermd
wilde worden. De meest aangewezen persoon was
een broer of neef, of als zij die niet had,
een andere man. Deze werd dan als broer
beschouwd. Dus een omgekeerde benadering ten
opzichte van de voorgaande raksha bandhan wat
betreft de beschermingsband. Een dergelijk
beroep op bescherming werd zeer serieus
genomen en daar werd zelfs op gevaar voor
eigen leven gehoor aan gegeven, ongeacht
verschillende geloofsovertuigingen en
(on)bekendheid met elkaar. (In 1556
beschermde koning Humayun, een Moslim,
koningin Karnavati, een Hindoe, met inzet van
zijn eigen leven. Zij kenden elkaar niet
persoonlijk, en het beroep op bescherming
werd door de koningin gedaan d.m.v. een
raakhi via een koerier!)
Tegenwoordig
treedt dit aspect: verzoek om bescherming van
zus(je) aan (aangenomen) broer het meest naar
voren, maar ook de andere vormen worden, zij
het in veel mindere mate, nog steeds in ere
gehouden, ook in Suriname. Dus ook mogelijk
is rakhi van een dochter voor haar vader, van
een vrouw voor haar echtgenoot, dochter voor
moeder, broer voor broer, zoon voor vader of
moeder. In de praktijk komen deze echter
nauwelijks meer voor. Een twistpunt is: moet
de zus naar de broer of de broer naar de zus.
Volgens ons moet dat met elkaar worden
afgesproken afhankelijk van wat het handigste
is, gezien de thuissituaties. In veel
gevallen is het makkelijker voor de broer om
naar de zus te gaan. Op deze dag wordt met
enig ceremonieel een beschermingskoord
gebonden om de pols van degene op wiens
bescherming men rekent. Het is gebruikelijk
dat de Raksha (koordje / Raakhi) door een zus
wordt gebonden om de rechterpols van haar
broer. De broer geeft daarbij een geschenk of
iets zoets aan de zus.
18.
Ganesh Chaturthi
Dit
is een gedenkdag ter ere van Ganesh. In de
tempel wordt een Ganesh Poedja uitgevoerd;
een ceremoniële verering van Ganesh. Het
uitvoeren van de Poedja, waarbij alle
aanwezigen bloemen offeren aan Ganesh.
Hieronder de Ganesh Mantra die bij het
offeren wordt gereciteerd. Aum Gum
Ganapatayei Namah. Betekenis: "gegroet degene
die de obstakels verwijdert". Deze mantra
helpt bij het uit de weg ruimen van zichtbare
en onzichtbare obstakels, die je geestelijke
ontwikkeling of je prestaties in de weg
staan. Veel mensen, zowel in India als in het
Westen gebruiken deze mantra. Wellicht de
meest geliefde goddelijke manifestatie is
Ganesh, die met de olifantenkop, die door
Hindoes, Boeddhisten en Jainisten gelijkelijk
wordt vereerd. Ganesh wordt samen met zijn
vader Shiva gezien als de grondlegger van de
Yogaleer en de rekenkunde.
Ganesh wordt beschouwd als de goddelijke
manifestatie van de wijsheid, de brenger van
geluk en de opruimer van obstakels. Hij is de
beschermer van wetenschappen, de Heilige
Geschriften en scholing. Hij wordt afgebeeld
met een dikke volle buik en minimaal vier
armen, zittend op een lotustroon of op zijn
rijdier, de muis, of dansend. Zijn meest
voorkomende attributen zijn het vangkoord, de
drijfhaak en een schaal lekkernijen. Een
slang is zijn gordel.
19.
Shri Krishna Djanamashtmi
Op deze dag
herdenken en vieren de Hindoes de
verschijning van Shri Krishna die op aarde is
neergedaald om de mensheid de waarheid, de
weg en het licht (waarheid, gerechtigheid en
kennis) te wijzen. In de meeste mandirs in
Nederland worden erediensten gehouden. De
gelovigen vasten tot middernacht. De dag
wordt doorgebracht met bhajans, kirtans en
lezingen. De lila's van Shri Radha en Shri
Krishna worden in toneelvorm uitgebeeld. De
tempels en altaars worden met bloemen
versierd. De toegewijden bieden mooie
geschenken aan Shri Radha en Shri Krishna.
Daarna worden Shri Radha en Shri Krishna
gebaad met de vijf ingrediënten, de
abhishek. Ze worden daarna gekleed in nieuwe,
prachtige kleren. Daarna worden 108 en meer
heerlijke gerechten geofferd aan Krishna. Het
feest in de tempel gaat door tot middernacht.
Dan is er Maha-aartie, want dat is de tijd
dat Krishna is verscheven.
Duizenden jaren geleden, raakte de gehele
wereld verstoord door het gedrag van enkele
wrede koningen, die machtiger dan God wilden
zijn. De dewie´s en dewta´s
(hemelbewoners) gingen toen om hulp naar Heer
Brahma. Samen reisden zij naar de geestelijke
planeet Swetadwipa, waar Vishnu in de
melkoceaan verblijft. Aan de oever van de
melkoceaan begon Brahma Heer Vishnu met
gebeden tevreden te stellen en smeekte Hem om
de aarde te redden van deze wrede koningen.
Vervolgens zette Brahma zich in meditatie en
ontving op die manier in zijn hart een
boodschap van Vishnu. De boodschap luidde als
volgt: "Ik, de Allerhoogste Godspersoon, zal
zeer spoedig op aarde verschijnen, samen met
Mijn uiterst krachtige vermogens. Ik zal
komen om Mijn toegewijden te beschermen. Alle
dewi's en dewta's moeten Mij bijstaan in Mijn
missie. Daarom dienen zij onmiddellijk
geboren te worden in de dynastie, waarin Ik
zal verschijnen, de Yadu-dynastie." Krishna
verscheen als zoon van Vasudeva en Dewki.
Vasudeva was de zoon van koning Surasena,
leider van de Yadu-dynastie en Dewki, de zus
van de wrede koning Kansa. Op de dag van hun
trouwen, ging Vasudeva met Dewki op zijn
rijtuig naar huis. Om zijn zus een plezier te
doen wilde Kansa hen zelf wegbrengen.
Onderweg naar het paleis van Vasudeva hoorde
Kansa plotseling vanuit de lucht een
wonderbaarlijke stem schallen: "Kansa, wat
ben je toch een dwaas! Je rijdt het rijtuig
van je zuster en zwager, maar je weet niet
dat hun achtste kind je zal doden! Dat zal
dan het einde betekenen van je heerschappij."
Nadat Kansa deze voorspelling had gehoord
greep hij zijn zwaard om Dewki ter plekke te
doden. Vasudeva wist de wrede, schaamteloze,
Kansa met wijze woorden tot bedaren te
brengen. Vasudeva beloofde Kansa dat hij al
zijn zonen, die geboren zullen worden, aan
hem zal geven. Kansa kende het gewicht van
Vasudeva's erewoord en was door zijn
argumenten overtuigd. Daarom zag hij er
voorlopig vanaf om zijn zuster te doden en
sloot Vasudeva en Dewki op in de gevangenis
van zijn paleis. In de gevangenis bracht
Dewki jaar na jaar een zoon ter wereld. En
Kansa, denkend dat elk van de baby's een
incarnatie van Vishnu is, doodde ze allemaal.
Kansa had intussen het koninkrijk van
Vasudeva genomen en zette zijn eigen vader
gevangen. Op die manier riep hij zich uit tot
koning van vele gebieden. Toen Dewki's
zevende kind geboren moest worden, verscheen
er een volkomen expansie van Krishna in haar
schoot, genaamd Ananta Sesa. Krishna gaf Zijn
voornaamste vermogen, Yogamaya, de opdracht
om Ananta Sesa van de buik van Dewki over te
brengen naar de buik van Rohinidevi.
Rohinidevi bleef in het huis van Nanda en
Yashoda. Krishna zei aan Yogamaya:
"Deze volkomen expansie van Mij zal Balraam
heten. Na deze overbrenging zal Ik met Mijn
volledige vermogens verschijnen in de buik
van Dewki en jij, Yogamaya, zal als dochter
van Nanda en Yasoda, verschijnen." Zo
gebeurde het dat Kansa het zevende kind niet
kon doden. Kansa dacht dat Dewki een miskraam
had gehad en wachtte tot het achtste kind
geboren zou worden. Het lichaam van Dewki had
een stralende, bovenzinnelijke schoonheid.
Dat was een teken dat Krishna zou
verschijnen. Heer Brahma en Heer Shiva, Narad
Moeni en vele andere hemel bewoners kwamen
naar de gevangenis en begonnen de
Allerhoogste Godspersoon te vereren en
gebeden tot Hem te richten. De planeten en de
sterren zagen er heel gunstig uit. Overal
heerste een hemelse sfeer. Midden in de nacht
verscheen Krishna, in Zijn volledige expansie
van Heer Vishnu, als de volle maan die aan de
oostelijke horizon rijst. Hij had vier
handen, die een schelphoorn, een knots, een
werpschijf en een lotusbloem vasthielden.
Gekleed in geelzijden gewaden, met
edelstenen, kostbare armbanden en oorbellen
getooid. Hij zag er oogverblindend uit. Het
was duidelijk dat Hij niemand anders was dan
Vishnu. Vasudeva en Dewki waren natuurlijk
stomverbaasd. Ze begonnen met gevouwen handen
diepgevoelde gebeden tot de Heer te richten.
Dewki was erg bang voor de gruweldaden van
Kansa en smeekte Vishnu om Zijn vierarmige
gedaante te verhullen, zodat ze Hem kan
verbergen voor de wrede Kansa. Maar Krishna
antwoordde:"Ik verscheen in deze
Vishnu-gedaante enkel om u te overtuigen dat
Ik, de Allerhoogste Godspersoon, opnieuw ben
verschenen. Ik had als een gewoon kind kunnen
verschijnen, maar dan zou u twijfelen wie Ik
werkelijk ben. Wees niet bang voor Kansa.
Vader, Ik wil dat u Me onmiddellijk naar
Gokul brengt. Daar zult u ontdekken dat
Yasoda net een dochter heeft gekregen. U moet
deze dochter met Mij verwisselen en
vervolgens haar dochter hier naartoe
brengen." Na deze woorden transformeerde
Krishna Zich in een gewoon twee-armig kind.
Zijn gedaante had de kleur van een donkere
zwarte wolk, omdat Hij midden in de nacht is
verschenen. Vandaar dat Krishna ook
Shyamasundara wordt genoemd. Vasudeva pakte
Krishna en liep de gevangenis uit. Door de
wil van Krishna waren alle inwoners van het
paleis in diepe slaap. Alle deuren en poorten
die op slot waren gingen plotseling open. De
nacht was erg donker en er was een zware
regenval. Hij ging naar het huis van Nanda
maharaadj en Yashoda mata en zag dat een
ieder daar in diepe slaap was. Stilletjes
ging hij het huis binnen en verwisselde de
baby's. Zonder problemen stak hij weer de
Yamuna over en keerde terug naar het paleis.
Hij legde de baby in de schoot van Dewki. De
bewakers werden wakker van het gehuil van de
baby en brachten Kansa meteen op de hoogte.
Kansa schrok en zag zijn dood al naderen.
Dewki smeekte Kansa haar kind niet te doden.
Hij had toch niets te vrezen van een dochter.
Ondanks haar gesmeek, greep de wrede Kansa de
baby en stond op het punt haar te doden. Het
kind, Yogamaya, dat over wonderbaarlijke
vermogens beschikte, steeg echter uit zijn
handen omhoog de lucht in en bleef daar op
mystieke wijze rondzweven. Daarop zei
Yogamaya aan Kansa: "Schurk, het kind dat jou
zal doden is reeds ergens in deze wereld
geboren". Kansa begon toen, samen met zijn
wrede raadslieden, allerlei plannen te
beramen om Krishna op te sporen en te doden.
Alle kinderen die de afgelopen tien dagen
geboren waren, moesten gedood worden. Daarom
stuurde Kansa vele jaren achtereen demonen
naar Gokul om Krishna te doden. Maar omdat
Krishna de Allerhoogste Heer is, doodde Hij
ze allemaal zonder moeite. Om Krishna te
beschermen verhuisde Nanda Maharaadj toen met
zijn hele familie naar Nandagaon en later
naar Vrindavan. In Vrindavan vonden toen vele
lila's plaats tussen Krishna, Balraam, de
koeherders (gopa's), herderinnen (gopi's) en
natuurlijk zijn innig geliefde Shrimati
Radharani.
20.
De Pietri Paksha Poedja
Een van de
betekenissen van het woord pietra is
voorouders. Ofschoon haast ieder mens op de
een of andere manier zijn overleden
(vóór)ouders gedenkt, wordt
hieronder de manier waarop de Sanatanies het
doen in het kort beschreven. In de donkere
helft van de maand Asvina (september/oktober)
vinden speciale handelingen plaats om de
overleden voorouders te gedenken. Dit wordt
gedaan om hen dus dank te zeggen voor de
offers die zij hebben gebracht om hun
kinderen groot te brengen, op te voeden.
Daarbij wordt ook gebeden voor de zielerust
van de overleden voorouders. Tevens wordt hen
gevraagd om ons altijd te blijven beschermen
en te zegenen. Het gedenken vindt op diverse
manieren plaats. De meeste mensen doen het
als volgt: na te zijn gebaad, neemt de zoon
een handvol zwarte sesamzaad, rijst, bloemen
en wat koesha-gras en plaatst alles in een
glas of lota met water. Hij staat dan met
zijn gezicht naar de zon en laat via de lota
die gevuld is met water, sesamzaad, rijst en
koesha gras, langzaam op de grond vallen.
Tegelijkertijd blijft hij bidden met de
(Veda) mantra's. Sommigen die daartoe de
mogelijkheid hebben verrichten deze
handelingen staand in het water in de rivier
en scheppen het water met beide handen om die
dan langzaam weer in het water van de rivier
te laten vallen. Dit wordt tielanjalie
genoemd. Weer anderen verrichten daarnaast
wat extra ceremonieën zoals Pienda-daan.
Deze dodenherdenking op deze wijze vindt
gedurende 15 dagen plaats. Anderen geven ook
giften aan armen, tempels en andere goede
doelen namens hun ouders.
21.
Saraswatie Poedja
Een van de namen
waarmee het moederlijke aspect van God wordt
aangeduid is Saraswatie. Deze Saraswatie is
de gemalin van Brahma en is de personificatie
van kennis, wijsheid, goed verstand en kunst
in allerlei vormen. Zo schonk zij het
Dewnagrie schrift (het Hindi lettertype),
waardoor via boeken de kennis en wijsheid aan
grote groepen kon worden doorgegeven. Door te
lezen kan dan de onwetendheid worden
teruggedrongen. Men bidt normaliter dagelijks
tot Saraswatie mata om als wijs, verstandig
mens met goede inzichten zijn leven te kunnen
leiden. Daarnaast zijn er ook speciale
perioden waarin extra aandacht is voor een
gebed tot Haar. Zo wordt op de Diwalie avond,
tijdens de beide Nawratri (de laatste drie
dagen), bij aanvang van een schooljaar, tegen
de tijd van de repetities, tentamens, examens
extra gebeden. Voor het bidden tot Saraswatie
mata gebruikt men witte bloemen als die
voorradig zijn. Men kan zonder of met
één of meerdere soorten prasaad
(offerspijs) tot haar bidden en aan haar
offeren. U kunt bijvoorbeeld dahie (yoghurt),
melk, popcorn, laddoe gemaakt van tiel
(zwarte mosterdzaad), suikerriet en
suikerrietsap, witte laddoe, kokos en
kokoswater, banaan en mietha bhaat (zoete
rijst) gebruiken. U kunt dan bidden met de
volgende mantra: Aum Sriem Hriem Saraswatyay
Namah.
Kenmerkende
symbolieken
|
De
specifieke betekenis
|
|
1.
Blinkende uitstraling
|
De
Brahman lichtgloed
|
2. vier
handen
|
De 4
richtingen
|
3. boek
in hand
|
De
Veda's (spirituele
kennis)
|
4.
Japamala (kralenkrans) in
hand
|
Concentratie
en energie in letteren
|
5. Veena
muziekinstrument (soort
viool)
|
Gever
van speciale krachten
en kwaliteiten, kunst en
creativiteit
|
6.
Lotus
|
De
schepping
|
7. witte
sari (kleding)
|
Zuiverheid
|
8. witte
zwaan
|
De
ziel
|
22.
Narak Chaturdashi
Narak Chaturdashi
(caturdashi= 14) valt op de veertiende dag
van de donkere helft van de maand Asvina
(september/ oktober). Dit valt precies een
dag voor de Diwalie viering. Op deze dag
wordt de vernietiging van de demon Narkasoer
herdacht. Heel lang geleden regeerde er een
koning die Narkasoer of de Helleduivel werd
genoemd. Hij was berucht om zijn wreedheid
voor zijn onderdanen. Hij hield onder andere
16.108 prinsessen van de naburige veroverde
gebieden vast in een grot, omdat zij niet
naar hem wilden luisteren. Shri Krishna kwam
de onderdrukte mensen te hulp en doodde
Narkasoer. Als teken van overwinning smeerde
Shri Krishna een beetje bloed van zijn
tegenstander op zijn voorhoofd. Terug in de
stad kreeg hij een hartverwarmende begroeting
en een flinke bad om de viezigheid weg te
wassen die hij had overgehouden van het
gevecht. Sindsdien is het een gewoonte
geworden om heel vroeg voor zonsopgang een
bad te nemen op deze dag. Dit festival wordt
ook weleens Choti (kleine) Diwali genoemd Op
deze dag wordt ook de heer van de dood,
Yamraadj, vereerd. Dit wordt gedaan door een
diya aan te steken.
23.
Diwalie (Maha Lakshmi Poedja)
Dit
feest is één van de
belangrijkste Hindoe feesten. Het wordt
gevierd in de nacht van de maand Kartika
(oktober/november). Het Hindi-woord Diwalie
is afgeleid van het Sanskriet-woord
Diepawali, dat een rij lichtjes betekent.
Diwalie is een feest ter ere van Lakshmi.
Daarom wordt er op die avond een Maha Laksmi
Poedja gehouden, een gebedsdienst ter ere van
Laksmi, die de Vrouw, de Moeder der Aarde,
het licht en het geluk symboliseert. Met het
Diwaliefeest in aantocht maken de Hindoes hun
huizen en de omgeving grondig schoon. Bij het
aanbreken van de avond komt het hele gezin
bij elkaar om te bidden. Het huis wordt
versierd met bloemen en lichtjes. Het vuur
heeft voor Hindoes een speciale betekenis.
Vooral omdat het licht en warmte geeft en als
een zuiveringsmiddel werkt. In de huizen
worden veel lichtjes en lampjes aangemaakt
ten teken van de overwinning van het licht op
de duisternis, van het goede op het kwade,
van waarheid op onwaarheid, van rijkdom op
armoede. Het is een lichtfeest, een
bezinningsfeest door middel van meditatie en
gebed. De mens tracht door te bidden in het
goede en reine te komen. Licht is een
bestaansvoorwaarde voor de mens. De lichtjes
worden bij het vallen van de avond
aangestoken in diya's. Deze zijn kleine ronde
potjes van gebakken klei, waarin van een
plukje watten één of twee tot
lonten gedraaide watten zitten, gedrenkt in
ghee (geklaarde boter). In Nederland wordt
dit lichtjesfeest in huiselijke kring
gevierd, alhoewel op deze dag ook
tempeldiensten worden gehouden. Diwalie is
een gezellig feest met veel vreugde in de
harten: een stil verlangen van een jaar gaat
dan ook in vervulling. Dagen tevoren zoeken
Hindoes contact met familie en vrienden. Er
worden naar elkaar mooie, kleurrijke kaarten
gestuurd met teksten, die veelal geschreven
zijn in Sanskriet, Hindi en Engels. De
betekenis van die teksten zijn veelzeggend.
Het zijn gebeden of Gelukwensen. Diwalie
wordt ook herdacht als een oogstfeest. Na de
storm en regen van de herfstmaanden zijn de
sneeuw en de vrieskou van de winter in
aantocht. De nieuwe oogst wordt
binnengehaald: alle rommel wordt opgeruimd:
erf en huis worden schoongemaakt: de warme
winterkleren worden tevoorschijn gehaald:
door vuur en wierook wordt de lucht in huis
geurig en warm gemaakt. Landbouwers zijn blij
en gelukkig. Zij voelen zich rijk en maken
zich klaar voor de komende rustperiode en
huiselijkheid. Op deze diwalie dag wordt de
terugkeer van koning Shri Raam naar zijn volk
herdacht. Shri Raam was de kroonprins uit de
dynastie der Zonnekoningen, maar hij werd
voor 14 jaar verbannen uit zijn land Ayodhya.
Toen de geliefde Shri Raam terug kwam in
Ayodhya werden uit grote blijdschap overal
lichten aangestoken.
24
Govardhan Poedja
De dag na Diwalie
is de dag waarop Govardhan Poedja wordt
gehouden. De heuvel Govardhan wordt dan in de
vorm van Shri Giriraj aanbeden. Door de
genade van Shri Giriraj ontwikkelt de
toegewijde vooruitgang in zijn Bhakti.
Gelovige mensen blijven de hele nacht wakker
en koken 56 of 108 gerechten die dan geofferd
worden. Deze ceremonie is bekend als "Ankut"
en betekent "een berg van
voedsel". Het woord "Govardhan' heeft 2
betekenissen. Het woord "Go'"
betekent "koe" en "vardhan" betekent
"beschermer, hoeder". In de andere
betekenis staat "Go" voor de zinnen en
"vardhan" voor "het verdiepen van toewijding
aan Shri Krishna".
De
oorsprong van Govardhan
Aan de westkust van India op het eiland
Salmali, leefde Dronachala, de koning van de
bergen. Op een dag kwam de heilige Pulastya
Moeni naar hem toe en vroeg Dronachala of hij
zijn zoon mee mag nemen naar Kashi (Varanasi
oftewel de huidige Benares). Giriraj, stemde
ermee in onder een voorwaarde dat eenmaal
opgetild hij nergens onderweg gezet mag
worden. Anders zou hij op die plaats voor
altijd blijven. Toen zij over het land van
Vraja reisden, maakte Giriraj zich zo zwaar
dat de heilige hem moest laten zakken op de
grond. Pulastya werd boos en vervloekte
Giriraj dat hij elke dag ter grootte van een
sesamzaadkorrel kleiner zou worden. Maar de
Moeni had meteen spijt van zijn vloek en gaf
Giriraj de zegen dat hij in Dwapar Yuga
aanbeden zou worden. Deze gebeurtenis vond
plaats in de Satya Yuga. Brahma Dji wenste de
Dwapar Yuga eerst te creëren, maar
vanwege de demon Rawan, moest hij eerder
Treta Yuga creëren. In Treta Yuga kwam
Hanoemaan, op instructie van Heer Shri Raam,
om de berg Giriraj mee te nemen voor de bouw
van de Lanka brug. Giriraj ging gewillig mee,
maar voordat zij daar aankwamen was de brug
al gemaakt. Giriraj was heel teleurgesteld
omdat hij zijn Heer Shri Raam niet van dienst
kon zijn. Toen Heer Shri Raam dit hoorde zond
hij een boodschap naar Giriraj, dat bij het
einde van de Dwapar Yuga de Allerhoogst
Persoonlijkheid Gods Shri Krishna zelf zal
neerdalen op aarde. Shri Krishna zal dan op
zijn heuvel spelen en hem ook aanbidden. In
de Sarasvat Kalpa, aan het einde van de
Dwapar Yuga, stopte Shri Krishna de
aanbidding van de hemelkoning Indra en
startte zelf de Govardhan Poedja.
De
aanbidding van de Govardhan
Krishna was zeven
jaar toen Hij op een dag zag dat de
koeherders druk bezig waren zich voor te
bereiden op het brengen van een Vedisch
vuuroffer (jagya). Krishna vroeg toen aan
Zijn vader, Nanda Maharaadj: "Vader,
alstublieft, zeg me, wat voor eredienst
organiseert u? Wie is de persoon die vereerd
moet worden? En wat is het doel van deze
verering? Nanda Maharaadj nam Krishna's
vragen niet serieus, omdat Hij toch maar een
kind is. Maar Krishna bleef aandringen. Nanda
Maharaadj antwoordde toen: "Lieve jongen, het
is een gebruikelijke offering, om Heer Indra,
de hemelkoning, te behagen." Toen Krishna dit
hoorde zei Hij tegen Nanda Maharaadj: "Iets
dat niet in de Veda's is voorgeschreven,
hoeft toch niet zo serieus genomen te
worden." Zijn vader antwoordde: "Onze
voorouders hebben deze offering gedurende zo
lange tijd verricht, dat het een gewoonte is
geworden." Krishna vroeg toen: "Vertelt u Me
toch waarom u Indra wil behagen?" Nanda
Maharaadj antwoordde: "Omdat Indra ons regen
geeft en wij als koeherdersvolk de regen
nodig hebben voor onze koeien om melk te
geven en voor het gewas om te groeien. Water
is erg belangrijk voor het leven, landbouw,
religieuze rituelen en economische
welvaart." Krishna zei aan Zijn vader,
in aanwezigheid van de koeherders: "Beste
vader, volgens Mij is het nergens voor nodig
dat u tot Indra of welke devta (hemelbewoner)
ook bidt voor het welslagen van uw werk op
het land. De dewta's zijn net als ieder ander
aan karma gebonden. Zij zijn afhankelijk en
kunnen de hoofdregels van de wetten van karma
niet breken om extra beloningen te geven.
Ieder levend wezen wordt geboren
overeenkomstig zijn vroeger karma en verlaat
dit leven louter om de vruchten van zijn
huidige karma te plukken. Evenzo komt het
niet door de goede zorgen van vader en moeder
dat het de kinderen goed gaat. Soms zien we
dat de kinderen ondanks alle goede zorgen
toch het verkeerde pad opgaan of komen te
sterven. We zien ook dat men actief wordt als
gevolg van zijn natuurlijke neiging tot
werken. Overeenkomstig deze natuurlijke
neiging, aanleg, ontvangen alle levende
wezens -of het nu mensen of hemelbewoners
zijn- het resultaat van hun doen en laten. We
krijgen niets bijzonders van Indra. Ook al
laat hij regenen. Hij gooit ook water in de
oceaan waar er helemaal geen behoefte aan is.
Dus hij giet het water zowel in de oceaan als
op het land, ongeacht of men nu aan hem
offert of niet. Vader, als koeherdersvolk
zijn wij eigenlijk afhankelijk van de genade
van de heuvel Govardhan. De weidegronden van
de heuvel Govardhan voorzien ons van zacht
groen gras voor onze koeien en de bronnen en
rivieren geven ons al het water dat de koeien
nodig hebben. De heuvel voorziet in zoveel
behoeften. Laten we in plaats van Indra, de
heuvel Govardhan aanbidden. Laten we al deze
poedja-artikelen en etenswaren gebruiken om
Govardhan te vereren." Uit liefde voor
Krishna gingen zijn vader en de andere
koeherders daarmee akkoord. De koeien werden
versierd en gebracht om te grazen. Met de
koeien voor zich uit maakten de koeherders
ommegangen (parikrama) rond de heuvel
Govardhan. De hele atmosfeer was vol vreugde.
Vedische mantra's werden gereciteerd en
bhajans gezongen. Krishna zei aan de
koeherders om van al het voedsel een
reusachtige berg te maken. Vijvers van ghee
en rivieren van melk versierden deze
geweldige berg van eten. Vervolgens zei
Krishna om de berg aan Shri Giriraj te
offeren, de koning van de heuvel Govardhan.
Toen de offering voltooid was, verscheen de
gedaante van Shri Giriraj. Hij was erg groot
en kwam bijna tot aan de blauwe hemel.
Giriraj leek precies op Krishna; behalve dat
Krishna klein was en Giriraj reusachtig.
Giriraj begon toen hele grote hoeveelheden
voedsel in Zijn mond te stoppen. Krishna
verklaarde aan de inwoners van Vraja
(Vrindavan) dat Hijzelf de heuvel Govardhan
is. Zo maakte Krishna duidelijk dat Hij en
Govardhan identiek zijn. Krishna zei toen aan
het koeherdersvolkje: "Teneinde zich ervan te
verzekeren dat het de koeien en hunzelf goed
zal gaan, dienen alle mensen de heuvel
Govardhan volgens Mijn aanwijzingen te
aanbidden."
Indra was erg woedend dat Krishna de poedja
ter ere van hem had gestopt. "Deze jongen
Krishna is maar een kleine koeherdersjongen
en toch durft Hij mij op deze manier
belachelijk te maken? Ik zal Hem een lesje
leren." Indra liet toen een overvloed van
regen vallen en riep ook om de wind. Hij
wilde Vrindavan helemaal verwoesten. Bang
geworden holde het koehersvolk naar Krishna
om hulp. Krishna zei: "Wees niet bang. Ik ben
hier, de heuvel Govardhan is hier." Shri
Krishna tilde vervolgens voor zeven dagen en
nachten op de pink van zijn linkerhand de
heuvel Govardhan, net als een grote paraplu,
om de inwoners, de koeien en andere dieren
van Vraja bescherming te bieden tegen de
heftige regens en stormen die de hemelkoning,
Indradeva stuurde. Deze lila van Krishna vond
5000 jaar geleden plaats. De grootte van de
heuvel was toen 115 km lang en 72 km breed en
29 km hoog. Tegenwoordig is de heuvel slechts
2400 meters hoog. De heuvel heeft de vorm van
een pauw. De volgende plaatsen als Radha Kund
en Shyaam Kund zijn de ogen, Dan Ghati is
zijn lang uitgerekte nek, Mukharavind is de
mond en Punchari is zijn achterste en
zijn staartveren. Zoals een pauw vaak zijn
nek buigt en zijn kop onder zijn maag
plaatst, zo is ook de vorm van de Govardhan
heuvel tegenwoordig te zien. Op de dag van
Govardhan poedja gaan vele gelovigen in India
op parikrama. Ze maken dan een rondgang om de
heuvel Govardhan. Het is een pelgrimstocht
van ± 27 km. Tijdens de parikrama wordt
steeds een stop gemaakt bij al de heilige
plaatsen. De gelovigen brengen dan hun
eerbetuigingen, houden kirtans en luisteren
naar lezingen over de plaats.
25.
Yama Dvitya
Deze herdenking
is ook bekend als de Bhayja Doedj. Het lijkt
ietwat op de Raksha Bandhan, maar heeft
andere elementen erbij. Yam dewta is de
personificatie van de dood. Volgens het
verhaal had Yam een zus die werd Yamuna
genoemd. Yamuna is beter bekend als een van
de heilige rivieren in India. Zij wordt in
een adem genoemd met de heilige rivier de
Ganges als men over heilige rivieren spreekt.
Men spreekt vaak van Ganga-Yamuna. Volgens
het verhaal nodigt Yamuna haar broer
regelmatig om eens langs te komen, maar
ondanks de beloften van broer Yam komt er
nimmer iets van terecht. Maar op een keertje
verraste hij zijn zus door wel langs te
komen. Die was zeer blij. Het was de tweede
dag (dvitya) na Diwalie. Daarom de naam
Dvitya! Bij het vertrek vroeg Yam zijn zus
Yamuna om een wens te doen. Yamuna zei toen:
"Broer, ik vraag en wens dat je ieder jaar op
de tweede dag na de Diwalie viering bij mij
op bezoek komt. En spaar alle broers en
zussen die op deze dag ook zo doen van een
vroegtijdige of onnatuurlijke dood en spaar
hen van de narak (de hel). Broer Yam beloofde
haar zus om het te zullen doen en gaf haar
heel veel geschenken en vertrok. De mensen
die dit feest nog vieren doen dat vaak samen
met de Diwalie.
26.
Ganga Nahaan
Dit
feest wordt op de tiende dag van de lichte
helft van de maand Jyaistha (mei/juni)
gevierd. Op deze datum is de Ganga rivier op
een woensdag vele duizenden jaren geleden op
de aarde beginnen te vloeien. Na vele jaren
van ononderbroken gebed van meerdere
generaties uit het geslacht van koning Sagar,
was het de kleinzoon Bhagirath die heeft
kunnen bewerkstelligen dat Ganga mata (moeder
Ganga) Bhagirath vroeg om zijn wens kenbaar
te maken. Hij vroeg dat zij naast het hemelse
rijk waar ze tot nu toe vloeide
ook de aarde die een dorre vlakte aan het
worden was zou kunnen voorzien van haar
zegenrijke, levenschenkende water. En
uiteindelijk stemde zij ermee in. Via Shiva
Bhagwaans hoofd begon Ganga de aarde te
voorzien van haar water. Bhagirath mocht
aangeven welke route zij moest volgen.
Bhagirath gaf de route aan waar zijn
voorvaders tijdens hun gebed hun leven hadden
gelaten. En zo werden al deze voorvaderen
gezuiverd door het water van Ganga mata en
bereikten de verlossing. Zo werd Ganga mata
de heilige rivier waar miljarden mensen
trekken om gereinigd te worden van hun
ziekten en zonden. Het is een bekende
pelgrimoord geworden. Daarom gaan op deze dag
miljoenen naar de Ganga rivier of een andere
rivier om te bidden en na te denken over hun
leven. Op deze dag neemt men een bad in het
water, bidt voor de voorvaderen, geeft giften
aan armen, behoeftigen en Mandir
(tempels).
27.
Gieta Jayanti
Dit is een Hindoe
feestdag waarop de Shrimad Bhagwat Gieta
centraal staat. De Bhagwat Gieta komt voor in
het 6e boek van het Mahabharat (het grootste
epos aller tijden) en bestaat uit 700
shloka's (verzen) die in 18 hoofdstukken zijn
gerangschikt. De Bhagwat Gieta is de dialoog
tussen Shri Krishna en zijn toegewijde en
vriend, de strijder Arjun. In deze dialoog
worden drie wegen (yoga's) aangegeven,
volgens welke de mens moksha (verlossing van
dit aardse leven) kan bereiken.
Deze wegen zijn:
de karma yoga, de weg van het belangenloos
handelen; de bhakti yoga, de weg van de
intense overgave en de gyaan yoga, de weg van
het verstandelijk inzicht. De Bhagwat Gieta,
die de essentie weergeeft van de in de Veda's
en Upanishads vervatte kennis en wijsheid, is
in nagenoeg alle westerse talen vertaald. De
Bhagwat Gieta is één van de
oudste boeken in de wereld. Shri Krishna zegt
in de Bhagwat Gieta aan Arjun: "Ik onderwees
deze eeuwige yoga-wetenschap aan Vivasv?n, de
zonnegod, en Vivasv?n onderwees haar aan
Manu, de vader der mensheid, en Manu
onderwees haar op zijn beurt aan Iksv?ku. Zo
werd deze allerhoogste wetenschap van
geestelijk leraar op leraar ontvangen en zo
ontvingen de heilige vorsten haar. Maar in de
loop der tijd raakte de geestelijke
erfopvolging verbroken en hierdoor lijkt de
wetenschap zoals ze is, verloren te zijn.
Wederom zal ik je deze allerhoogste wijsheid
uiteenzetten, de meest verheven kennis,
waardoor de wijzen, die haar bevatten, tot de
hoogste volmaaktheid komen."
Waarom is de
Bhagwat Gieta zo belangrijk voor het Kali
Yuga (huidig) tijdperk? Omdat in Kali Yuga de
mensheid in verval zal raken. Kali Yuga zal
een oceaan van zonden zijn. Religie,
waarheidlievendheid, reinheid,
vergevingsgezindheid, mededogen, levensduur,
lichaamskracht en herinneringsvermogen zullen
met de dag afnemen. De mens zal te kampen
hebben met vier tekortkomingen:
1. hij begaat gegarandeerd vergissingen
2. hij verkeert onveranderlijk in illusie
3. heeft de neiging anderen te bedriegen
4. hij wordt beperkt door de onvolmaaktheid
van zijn zintuigen.
De Bhagwat Gieta is ook erg belangrijk omdat
het de hoogste wijsheid uiteenzet. Krishna
zegt in de Bhagwat Gieta: "Deze kennis is de
bekroning van alle onderricht, het geheimste
van alle geheimen. Het is de zuiverste kennis
en omdat ze door realisatie rechtstreeks
inzicht geeft in het zelf, is ze de
vervolmaking der religie. Ze is
onvergankelijk en wordt met vreugde
toegepast." Om deze redenen was het zo
relevant dat de Bhagwat Gieta weer gesproken
moest worden door Krishna.
De onderwerpen
die de Bhagwat Gieta behandelt zijn:
Jiva-atma (het levend wezen, wie zijn wij, de
ziel), Ishvar (wie is God, wie bestuurt
alles, Paramatma, Brahman, awtaars, dewta's),
prakriti (materiële natuur), kala
(tijdsaspecten), karma (wetten van oorzaak en
gevolg), reïncarnatie (het terugkeren
van de ziel in een ander gedaante), guna's
(geaardheden der natuur: goedheid, hartstocht
en onwetendheid).
De instructies
van Krishna in de Bhagwat Gieta houden ook in
hoe de mens zich moet gedragen, wat hij
wél en niét mag, wat zijn z'n
plichten. Shri Krishna zegt o.a. in de
Bhagwat Gieta dat Hij de oorzaak is van
alles, Hij woont in ieders hart en van Hem
komen geheugen, kennis, vergetelheid,
waarheidlievendheid, begoocheling,
blijdschap, pijn, geboorte etc. Hij is de
oorsprong van alle dewi's en dewta's
(hemelbewoners). Hij is het enige doel van
alle offers. Hij is Brahman, Hij is
Param?tm?, Brahm?, Shiva, Vishnu. Hij is Aum,
kortom, Hij is alles. Verder zegt Krishna: de
bedoeling van alle Veda's is dat men Mij
leert kennen. Ik ben voorwaar de schrijver
van de Ved?nta en degene die de Veda's
doorgrondt. In de Gieta Mahatmya (Padma
Puraan) verheerlijkt Shiva Bhagwaan de
Bhagwat Gieta. Shiva Bhagwaan zegt daarin aan
Paarwatie mata dat het lezen van de Bhagwat
Gieta iemand bevrijding (mukti) kan
geven.
Wat zijn de
belangrijkste instructies, tevens boodschap,
van Krishna in de Shrimad Bhagwat Gieta? Shri
Krishna zegt: "Denk onafgebroken aan Mij en
wees Mij toegewijd. Aanbid Me en bewijs Me
eer. Zo zul je voorzeker tot Me komen. Dat
beloof Ik je, omdat je Mijn zeer dierbare
vriend bent. Laat alle vormen van geloof voor
wat ze zijn en geef je slechts aan Mij
over. Ik zal je verlossen van de terugslagen
van al je zonden. Vrees niet."