In
alle culturen bestaan verhalen en
mythologieën die ons mensen uit proberen
te leggen wie onze voorouders zijn. De
moderne westerling hoort dat hij afstamt van
een aap, de christen hoort dat hij afstamt
van Adam en Eva, die op hun beurt weer waren
gemaakt door God. De Vedische literatuur, zo
langzamerhand geaccepteerd als de oudste
overleveringen die de mensheid bekend zijn,
heeft zo ook haar visie op de herkomst van de
mens: hun stamboom begint bij Narayan,
God.
Ieder mens vraagt
zich wel eens af, of zal zich eens gaan
afvragen: "Wat is de oorsprong van de
verschillende volkeren en hoe ben ik hier
gekomen?" Iedere cultuur kent zo zijn eigen
verhalen om ons uit te leggen wie onze
voorouders zijn. De moderne westerling kent
het darwinisme dat verklaart dat de aap
(mens) opborrelde uit de oersoep, die
ontstond na een oerknal (de "Big Bang") en
kwam vervolgens uit het warme Afrika
hoofdzakelijk via de Kaukasus naar Midden- en
Noord-Azië en Europa, want dit was de
enige toegangsweg over land naar het Noorden
toen het ijs in het Noorden smolt en het
Noorden bewoonbaar werd. Direct ten zuiden
van de Kaukasus ontspringen de rivieren de
Eufraat en de Tigris. Dit gebied is het land
van herkomst van Abrahams familie waar
volgens de judaïse godsdiensten de hof
van Eden was. De berg "Ararat" in het
zuidelijke deel van de Kaukasus zou de berg
zijn waar Noach's ark aankwam. Dit is het
vaderland van het Indo-Europese Kaukasische
(blanke) ras. De vedische literatuur kent een
oorsprongsgeschiedenis die van de voorgaande
afwijkt, maar toch ook verrassende, of op
zijn minst intrigerende parallellen kent.
Volgens de Veda's begint alles met Shri
Narayan, God.
De Aitareya
Upanishad zegt: "Hij (God) dacht: 'Zal Ik de
werelden voortbrengen?' en Hij bracht de
werelden voort." Na bekrachtigd te zijn door
het horen van de mantra creëerde Brahma
de wereld. Aan het begin van Brahma's leven
was het de mantra Aum, maar later werd dit de
mantra: klim krishnaya govindaya
gopijanavallabaya svaha.
Een van Brahma's
zonen was Marici. Zijn zoon was Kasyapa
Moeni. Van deze Moeni kwamen ongeveer 120
miljoen jaar geleden, aan het begin van dit
Manvantara (tijdperk), de Indo-europeanen.
Kasyapa Moeni mediteerde nabij de Kaspische
zee, die naar hem is vernoemd. Uit het
huwelijk van Kasyapa Moeni en Aditi werd
Vivasvan, de zonnegod geboren. Ook Shri Raam,
Awtaar (incarnatie) van Vishnu (letterlijk
degene die neerdaalt uit de spirituele wereld
naar de materiële wereld) nam Zijn
geboorte in Vivasvans familie ofwel de
Surya-vanshi, het geslacht van de stamvader
Surya, de zonnegod. Uit het huwelijk van
Kasyapa Moeni en Diti kwamen de Daitya's -
"van Diti" - of demonen voort. Deze
verspreidden zich over het Westen (Europa).
De namen 'Titanen' en 'Teutonen' werden later
gegeven en zijn afgeleid van het woord
daitya.
Een andere zoon
van Brahma is Atri. Van Atri kwam Soma of
Chandra (de goddelijke manifestatie die de
maan bestuurt). Van Chandra kwam Boeddha
(niet die van de Boeddhisten), de koning van
de planeet Mercurius. Een zoon van Boeddha is
Purûravâ. Van hem kwam Ayu. Van
Ayu kwam Nâhusha en van Nâhusha,
Yayâtî. Yayâtî had
vijf zonen, waaronder Yadu. Van Yadu kwam de
Yadu-dynastie, waarin Krishna en Balraam
verschenen. De Vaishnava's
(monotheïstische Hindoes) van Zuid-India
beschouwen Krishna als expansie van Vishnu.
De Vaishnava's van Noord-India beschouwen
Vishnu als expansie van Krishna, dus onder
Krishna en Krishna als de Allerhoogste
Persoonlijkheid van God.
Van
Yayâtî's zoon Puru kwam het
Kuru-vorstenhuis waarin Bhieshma,
Dhritrashtra, Arjun, Yudhiesthier, Bhima,
Durjodhan en Maharaadj Parîkchit
geboren werden. Een andere zoon van Puru was
Pravira. Zijn zoon was Manasyu ("yu", de
vereniger) ook Menes genoemd, die volgens de
westerse historici de eerste dynastie van
koningen in Egypte stichtte. De naam
Paurava's, Puru's nazaten, werd later
verbasterd tot "farao's". Yadu en de andere
zonen van Yayâtî en familie
moesten werken onder Puru. Uiteindelijk
trokken zij weg uit Egypte en werden
vervolgd. Hieruit kwam het Judaïsme
voort.
Egypte is
overigens genoemd naar Ajapati, de zoon van
de Aja clan. Aja was de grootvader van Heer
Shri Raam. Shri Raam verscheen in de
Surya-vanshi (familie) van Vivasvân en
Vaivasvata Manu. Een andere naam voor
Suryadeva is Ravi; Ra werd de hoogste God, de
schepper voor deze tak van de Surya vanshi.
Shiva of (Maha)-Ishwar, de bestuurder van de
materiële wereld, werd Osiris.
De piramiden werden gebouwd naar het
voorbeeld van de smashana-cit altaren voor de
vedische lijkverbrandingsrituelen. De
posities van de verschillende gedeeltes van
het gebouw reflecteren de posities van de
sterren en de bovenste punt wijst de ziel
naar de pietri-loka's, een soort hemelse
planeten.
Ook sommige leden
van de Pandava-familie kwamen naar Egypte (en
Europa) nadat Dvârakâ, Krishna's
woonplaats van de planeet verdween. Zij
vestigden zich in Ishwar (God) laya (land),
ofwel Israël. Uit de Essenen (aanbidders
van Isa, Shiva) kwam Jesus (latijn voor Isa)
Christus (van Kristos, Krishna).
Drie andere,
opstandige, zonen van Yayâtî's
kregen koninkrijken buiten India. Yavana (of
Turvasu) kreeg Turkije, Perzië en enkele
andere streken. Volgens het Mahabharat (Adi
Parva 85.34) vocht deze Turvasu voor
Durjodhan op het slagveld van Kurukshetra.
Anu kreeg Griekenland en Italië. Weer
vond er een volksverhuizing plaats, in gang
gezet door Parasurâma (ook een nazaat
van Purûravâ) die een tak van de
Yadu's, de demonische Haihaya koningen en
volgelingen, verjoeg naar voornamelijk
Egypte. Zij werden koningen daar. Sommigen
kwamen naar Europa en vermengden zich met de
barbaren daar en anderen vestigden zich in de
grensgebieden van Europa en Azië:
Turkije en Griekenland.
Ongeveer 4000
voor Christus werd Druhyus, de vijfde zoon
van Yayâtî, verbannen naar
Europa. Van Druhyus kwamen de Druïden,
die op hun beurt weer verbonden waren met de
Dravidiërs, volgelingen van de wijze
("vid") Drastha. Ook stamden sommige
barbarenstammen (min of meer kshatries) van
hem af. Deze vestigden zich voornamelijk in
Frankrijk en Engeland. Omstreeks dezelfde
tijd werden de Saxena's, een opstandige
kshatrie clan, uit India verjaagd. Dit waren
de Saksen die zich in West-Europa
vestigden.
Na de oorlog op
Kurukshetra in 3138 B.C., die in de
Mahabharat beschreven wordt en waar Krishna
de Bhagwat Gieta uitsprak, raakte het
wereldwijde Warnaashram Dharma stelsel, ofwel
het vedische sociaal politieke systeem,
langzamerhand in verval. De vedische cultuur
was min of meer overal aanwezig, maar
hoofdzakelijk in India. Beschaving betekent
leven in een aangename omgeving zoals de
tropen. Daarom werd Pâtâla-bhumi
(het 'helse of lagere land'), het westelijke
halfrond en met name de noordelijke regionen,
vermeden.
Omstreeks 2000
B.C. trokken verschillende groepen Indiase
Indo-Europeanen naar het westen. Net als dat
voorheen al eens was gebeurd: om te
onderwijzen, zoals een groep shamanen,
geleerden, waar later de Germanen naar werden
genoemd; te heersen, om het Warnaashram
Dharma stelsel te vestigen; of om te
emigreren omdat de rivier Saraswatie droog
was komen te staan. Ook werden sommigen
verbannen na het verval van de vedische
leefwijze aldaar.
In 800 B.C.
kwamen de Kalatoya's uit het gebied ten
zuiden van Kashmir. Dit werden de Kelten. Zij
trokken weg uit India in 2000 B.C. toen de
rivier de Saraswatie opdroogde. In 1000 B.C.
kwamen ze aan bij de Donau, de rivier die
stroomt door het land van de Danava's, ofwel
demonen. Het volk der Alinas (de Hellenen)
was een van de eerste volkeren die uit India
emigreerden (naar Griekenland, in het Grieks
"Hellas"). Volgens de Mahabharat (Adi parva
174.38) veroverden Bhima en Sahadeva de
Pulinda's (Grieken) omdat ze dharma hadden
opgegeven.
Noorwegen is
afgeleid van het Sanskriet narak, ofwel hel.
Soviet van sveta (wit), Rusland van rushis of
Rishi's (wijzen) die daar mediteerden.
Siberië van het Sanskriet woord voor
ongastvrijheid, kampeerplaats.
Scandinavië van Skanda, de
legeraanvoerder van de hemelbewoners. Zij
navigeerden namens Skanda en aanbaden
Skanda.
Het woord Viking
en het engelse "king" (koning) is afkomstig
van het Sanskriet singh (leeuw). De Vikingen
waren grote witharige daityas. De naam Alpen
is afgeleid van "alpa", klein vergeleken met
de Himalaya's. Op vele plaatsen in Europa
werden moerti's (beelden) van Krishna, Shiva
en andere goddelijke manifestaties
gevonden.
Volgens de
Puraans, de geschiedenis boeken van de Veda,
en de kleinere puraans, de Upa puraans, waren
er vloedgolven omstreeks 11.000 B.C. aan het
einde van de ijstijd. Vaivasvata Manu (Noach)
en zijn familie waren, dankzij hun boot,
praktisch de enige overlevenden. Na twaalf
daaropvolgende grote oorlogen tussen de
dewta's (goddelijken) en de asura's
(goddelozen) werd het oosten van de Kaukasus
toegekend aan de dewta's en het westen aan de
asura's. Beiden waren leden van de
Surya-vanshi.
Sommige asura's
werden onder Mayadanava verbannen naar
Zuid-Amerika, Pâtâla bhumi/loka,
ofwel het land onder (en tegenover)
Punya-bhumi. Mayadanava is de technicus onder
de Danava's. Zijn vaste woonplaats is
Talatala-loka (1.088.000 km ten zuiden van de
Bhu-mandala) waar o.a. de UFO's, vliegende
schotels, worden gemaakt. De Maya's,
volgelingen van Mayadanava, noemden hun land
Amaraka, van "amaru", onsterfelijk). Asura's
denken namelijk vaak dat de dood iets is dat
hun niet zal overkomen.
De
geschiedkundige reconstructie van de mensheid
die we kunnen opmaken uit de vedische
literatuur lijkt voor wat betreft de
hoofdrolspelers totaal niet op de gangbare
westerse visie. Niettemin is ook goed te zien
dat de vedische reconstructie historisch
verder reikt en op zeker moment aansluiting
heeft op reeds bekende westerse geschiedenis.
Barbaren kwamen dus niet persé
plotseling uit een grot om daarna,
bijvoorbeeld een beschaafd Griekenland te
stichten. Voor historici liggen hier
prachtige uitdagingen om tot nieuwe
geschiedkundige perspectieven en inzichten te
komen.