Deze
naam is afgeleid van de naam van hun
stichter, die Gautam Boeddh heette.
Gautam leefde in de Kali Yuga, het vierde,
dus tegenwoordige Yuga (wereldtijdperk).van
563-483 voor Christus. Zijn feitelijke naam
was Siddhaarth. Hij was de zoon van koning
Shudhodan die tot het Shaakya geslacht
behoorde. Hun rijk maakte deel uit van het
district Gorakhpur. Siddhaarth was geboren in
de plaats Kapilavastu, een stad gelegen
tussen Basti en Ayodhya. Zijn vader wilde hem
beschermen tegen verkeerde invloeden van
buiten en wilde ook niet dat hij in aanraking
kwam met schokkende gebeurtenissen als
ziekte, dood, verdriet, ruzie, ellende,
armoede. Daarom werd hij zeer beschermd
opgevoed binnen de paleismuren. Eens, toen
hij vanaf de muren van het paleis een stoet
rouwende mensen met op hun schouder een kist
zag voorbijgaan, vroeg hij zijn lijfwachten
wat dat was en waarom die mensen weeklaagden.
Het antwoord was een grote schok voor hem.
Wat is nu de dood? Daar had hij nooit over
gehoord. Dat iemand ziek kon worden en
daaraan kon overlijden, dat mensen ook
verdriet hadden, had hij in het paleis nooit
meegemaakt. Hier in het paleis was er altijd
zang, dans, vreugde. Hij wilde er meer van
weten. Hij werd zeer onrustig, was daarna
alsmaar met deze vraagstukken bezig. Hij
wilde weg uit het paleis. De drang om
antwoorden te vinden voor al zijn vragen over
leven, dood, atma, enz. werd zo groot dat hij
op een avond zijn lieve jonge vrouw en zijn
zoontje voorgoed verliet. Het prinselijk
leven ruilde hij doelbewust in voor een leven
vol ontberingen. Hij doorkruiste het hele
land op zoek naar kennis via de vele bekende
bedevaartplaatsen, vele heiligen en guru's.
Hij bleef praten over de vele wantoestanden,
maar voor zijn gevoel veranderde er heel
weining. Ook de antwoorden en de oplossingen
die de guru's aandroegen konden hem niet
geruststellen. Veel priesters bleven
discrimineren door het kastenstelsel onjuist
toe te passen, door anderen uit te sluiten
van onderwijs, door zelf een onzedelijk
gedrag te vertonen. Zeden en moraal waren in
verval.
Hij besloot
uiteindelijk via meditatie en naar binnen
gericht onderzoek een antwoord te vinden voor
de waarheid die de mens verlossing kon geven.
Siddhaarth vindt uiteindelijk de bodh -de
waarheid die verlossing brengt- onder de
Bodhie boom! Het volk begon hem daarna Gautam
Boeddh te noemen. Boeddh betekent: kennis,
licht; de Verlichte. Anderen noemden hem
later Shaakya Moeni- de heilige Shaakya,
omdat hij behoorde tot het Shaakya geslacht.
De heilige Gautam Boeddh begon de liefde
tussen alle mensen te prediken, de Ahinsa,
dus geweldloosheid te omarmen, een zedelijk
leven te leiden en gewetensvol te zijn. Zoek
God en de waarheid in je zelf en wees voor je
zelf en anderen het Licht! Op een gegeven
moment liet hij merken dat hij niet als een
Hindoe wilde leven en de Veda's niet wilde
accepteren als de Hindoe Dharma praat over
liefde en Ahinsa, terwijl bepaalde tantrische
priesters vlees offerden, zelf nuttigden,
mensen om hun afkomst discrimineerden enz.
Velen begonnen hem als de grote Wereldleraar
te vereren.
En hiermee was het Boeddhisme geboren!
Zolang hij er was, was de leer van de Vedanta
duidelijk de leidraad van zijn Boeddhisme. En
het Hindoeïsme omsloot ook die goede
gedachten op in haar reeds aanwezige
filosofie, die te vinden was in de Vedanta,
de Sankhya Darshan enz. Zijn leer werd
vastgelegd in de Dhammapad. Een verbastering
van het Sanskriet woord Dharma Path; de weg
van de Dharma. Na Gautam Boeddh viel het
Boeddhisme uiteen in diverse groepen doordat
de vele leerlingen ieder hun eigen
interpretatie aan de leer wilden geven. Onder
andere zijn bekend de Hinyaan en de Mahayaan
die nu stromingen zijn binnen de Chinese
volkeren. Het zijn eigenlijk Sanskriet
woorden! Hien betekent klein, laag. Yaan
betekent voertuig. Maha betekent groot, hoog.
HienYaan en Mahayaan betekenden dus de twee
wegen, de voertuigen om Nirwana, Moksha
(verlossing) te bereiken. Enkele groepen
slaagden er in om de invloed van het
Boeddhisme in India te vergroten. Onder het
bewind van Koning Ashoka (272 - 232 voor
Christus) bloeide het Boeddhisme in India en
zelfs in de omliggende landen. Onder zijn
zoon Mahendra zelfs tot in Ceylon (Sri
Lanka). Thans heeft het Boeddhisme vele
miljoenen aanhangers in Sri Lanka, China en
diverse landen. India, het land en het
Hindoeïsme (het geloof) legt het
fundament van het Boeddhisme dat nog steeds
heel veel raakvlakken heeft met het
Hindoeïsme.