De
mensen die deze leer aanhangen worden ook wel
de Nanak Panthies genoemd. Zo heette de
eerste guru van deze grote groep van
gelovigen. Guru Nanak kon het leed van de
mensen uit de laagste kasten niet aanzien.Hij
nam fel stelling tegen de handelwijze van de
Brahmaanse priesters die de armen en de
mensen uit de lagere kasten op onmenselijke
manier behandelden, geen respect voor hen
hadden, hen uitbuitten enz. Ook de rijken
gedroegen zich op dezelfde wijze. Guru Nanak
was van mening dat de Hindoe Geschriften de
nadruk legden op liefde voor alle schepselen
en geweldloosheid (de Ahinsa). Liefde sluit
mensen niet uit, doch brengt ze bij elkaar.
De priesters wilden niet eens tolereren dat
de schaduw van de mensen uit, volgens hen,
lagere groepen hun lichaam raakte, laat staan
dat ze bij elkaar konden komen. Hij wilde dit
systeem doorbreken. Als God ons allemaal
heeft geschapen, dan zijn we volgens het
Hindoeïsme allen broeders van elkaar,
zei hij. Dus vaardigde hij de regel uit dat
alle Sikhs voortaan één
samenbindende naam zouden dragen. Voortaan
zouden ze allen de naam SINGH (leeuw) dragen.
Liefde en Ahinsa zouden de boventoon voeren
in hun leven. Liefde voor God en voor de
mens. Na de dood van guru Nanak, hun eerste
guru, zetten zijn opvolgers de traditie
voort. Op een gegeven moment bleek dat de
liefde niet altijd met liefde werd
beantwoord. De Ahinsa leer werd een
belemmering om zich zelf te kunnen
verdedigen. Daarom werd het zo aangepast, dat
de Ahinsa zo moest worden
geïnterpreteerd (opgevat) dat geweld was
toegestaan indien het werkelijk noodzakelijk
was om zich te verdedigen. Daartoe werden ze
ook opgeleid in de verdedigingstechnieken, in
het hanteren van wapens enz. De regel dat men
niemand nodeloos pijn en leed moest
berokkenen bleef verder van kracht.
De Sikh
gemeenschap is nog steeds een zeer hechte,
solidaire en vooruitstrevende gemeenschap.
Getalsmatig is het ook een groep met
tientallen miljoenen aanhangers in India. Ook
buiten India zijn ze in heel veel landen
woonachtig. Hun laatste -de tiende -guru
heette Gowiend Singh. Het Hindoeïsme is
nog steeds aanwezig, zij het in een
aangepaste vorm. Nog steeds wordt mata Doerga
vereerd. Daarnaast is bij de rituelen hun
Heilig Geschrift, De Guru Granth Saheb,
leidraad van hun gebed en rituelen. Zij
offeren ook hun voedsel (prasaad).