7    De waarde van de Hindoe opvoeding

pandit drs. P. Ramadhin                             

Om de waarde van de "Hindoe opvoeding" te kunnen bepalen wil ik eerst stil staan bij de begrippen normen en waarden van de Nederlandse (of westerse) samenleving. Tegelijkertijd is het niet eenvoudig om iets over normen en waarden van de Nederlandse of de Hindoe samenleving aan te geven. Normen en waarden zijn niet statisch. Dat wil zeggen dat normen en waarden veranderen met de tijd en de omstandigheden. De tijd waarin wij nu leven is heel erg onderhevig aan verandering. Onder invloed van het individualiseringsproces en de toepassing van nieuwe technologieën (denk aan de informatie & comMoenicatie technologie, ICT) is de samenleving in relatief korte tijd behoorlijk veranderd. De Nederlandse samenleving is in de afgelopen decennia veranderd van een hechte samenleving naar een lossere samenleving. We zijn minder afhankelijk geworden van onze familie en buren. Alles kunnen we tegenwoordig kopen. Behalve spullen voor levensonderhoud, kunnen we ook zorg en diensten kopen. Waar je vroeger een beroep deed op je familie, vrienden of buren, kun je nu een beroep doen op de overheid, een verzekering of particulier zorg en diensten inkopen. Dat is het resultaat van de individualisering enerzijds en de ontwikkeling van de verzorgingsstaat anderzijds. De laatste jaren zien wij weer een andere beweging ontstaan, namelijk dat de overheid steeds meer terugtreedt. De verzorgingsstaat wordt langzaam en op sommige punten zelfs snel afgebrokkeld. Er is een beweging zichtbaar naar meer privatisering van bedrijven en ondernemingen en meer eigen verantwoordelijkheid van de individuele burger. Mensen vinden hun privacy belangrijk en willen graag zelfstandig wonen in plaats van bij familie. De laatste jaren zijn heel veel kleine woningen voor eenpersoons huishouden gebouwd. Er is minder sociale controle in de wijken van de steden. Via internet en televisie weten we in een mum van tijd wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. Belangrijke gebeurtenissen kunnen we tegenwoordig zelfs rechtsreeks via de televisie en internet volgen. Dat maakt dat de wereld kleiner is geworden. Men spreekt van een "global village". De wereld is een dorp geworden. Dat betekent ook dat we onder invloed staan van allerlei informatie vanuit heel de wereld. Wij maken kennis met andere culturen. De kennismaking met andere culturen gebeurt tegenwoordig ook door de verre en exotische vakantiereizen. Nederlanders gaan graag vaak en ver op vakantie. Dat wordt ook makkelijker gemaakt door de vliegindustrie die door efficiëntie en concurrentie goedkoper is gaan vliegen.
Uiteraard zijn er nog meer factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de normen en waarden van de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de ontkerkelijking, de ontzuiling van de samenleving en de immigratie bewegingen. Het is niet mijn bedoeling om een compleet overzicht te geven van alle factoren die van invloed zijn op de samenleving. Ik wil alleen duidelijk maken dat waarden en normen in de samenleving niet statisch zijn maar door tijd en omstandigheden steeds veranderen. Soms gaan die veranderingen snel en soms langzaam. We hebben nu misschien de pech of het geluk dat door de genoemde factoren de veranderingen sneller gaan dan sommigen van ons wellicht kunnen bijbenen. Maar laten we nu eens kijken naar de waarden en normen van de Nederlandse samenleving.
De begrippen waarden en normen duiden gevoelsmatig iets van een groepsaangelegenheid aan. Het gaat over een waarde of norm van een groep mensen (een samenleving). Dat lijkt in contrast te staan met een samenleving die individualistisch is georiënteerd. Het kabinet Balkenende heeft het onderwerp, waarden en normen, op de politieke agenda gezet. De kranten en andere media besteden vervolgens gretig aandacht aan dit onderwerp. Maar waar gaat het nu eigenlijk om, wat zijn de Nederlandse waarden en normen? En hoe passen de waarden en normen van de Hindoes in deze samenleving?
Nederland kent geen lange traditie van gemengde culturen. Laatste dertig veertig jaar staat de Nederlandse cultuur onder invloed van andere (exotische) culturen (Hindoes, Creolen, Chinezen, Javanen, Marokkanen, Turken enzovoorts). Velen zien de multiculturele samenleving als een verrijking. Maar er zijn ook groepen die dat als een bedreiging ervaren. Maar vaak is die angst gebaseerd op vooroordelen en vooral onbekendheid met de cultuur. 'Onbekend maakt onbemind'. Laten we er vanuit gaan dat de verschillende culturen de Nederlandse samenleving verrijken. Als men over integratie nadenkt dan denkt men onmiddellijk aan identiteit en aanpassing aan of het overnemen van de normen en waarden enzovoorts. Maar wie goed naar de overeenkomsten tussen de verschillende culturen kijkt, komt achter dat het wel meevalt met de verschillen. Er zijn mijns inziens veel gemeenschappelijkheden in de waarden en normen. In de basis verschillen wij heus niet veel van elkaar. Vandaar dat ik het eens ben met de slagzin van de Nederlandse Opleiding voor Hindoe Geestelijken "gemeenschappelijke grond ieder een eigen huis". Als we kunnen inzien dat er een gemeenschappelijke basis aanwezig is, dan lukt het makkelijker om elkaar de ontplooiingsruimte te geven. Dan lukt het ook beter om elkaar te respecteren. In deze visie past dan geen oordeelgedrag maar een gedrag waarbij iedereen elkaar in zijn waarde moet laten. Wat is er mis mee dat de één patat eet, terwijl de ander een roti lust? Wat is er mis mee als de één met een hoofddoekje loopt terwijl de ander zich prettig voelt zonder een hoofddeksel? Als we in staat zijn de verschillen te accepteren pas dan zullen we de ander als een gelijkwaardige persoon kunnen zien. Ten slotte zegt de Hindoe Shaastra; "Vasudhaiva Kutumbakam" de wereld is één familie. Maar ondanks deze familieband kent elke samenleving zijn eigen identiteit, eigen waarden en normen.

Waarden en normen
Volgens het Van Dale woordenboek betekent het woord norm; de toestand die voor een categorie van personen of zaken de gewone is of waarnaar zij zich kunnen of moeten richten. Verder wordt er gezegd dat het een regel is voor de normalisatie. Normalisatie komt van het woord normaal en dat betekent in overeenstemming met de regel. Dus om te kunnen normaliseren zijn er regels (normen) nodig. Die normen zullen dan eerst moeten worden vastgesteld. Maar waar komen die normen vandaan? Normen komen voort uit waarden. De groep vindt iets van waarde. Het is bijvoorbeeld waardevol om te streven naar vrijheid in het westen. Democratie is van grote waarde in het westen.
De website, normenenwaardendebat.nl omschrijft een waarde als een binnen een bepaalde groep of samenleving heersende opvatting, waaraan door de leden van deze groep of samenleving groot intern belang (of waarde) wordt toegekend. Bij een waarde kan worden gedacht aan bijvoorbeeld: rekening houden met elkaar of respect hebben voor het eigendom van anderen. Deze waarden dienen, zoals gesteld, als uitgangspunt voor normen. Normen zijn gedragsregels, informeel (opstaan voor een zwangere vrouw in de bus) of formeel (strafbaar stellen van diefstal volgens het Wetboek van Strafrecht).

 Normen slaan op handelen: wat mag je wel en wat mag je niet doen. Een deel van die normen staan in de wet. Normen ordenen een samenleving, het recht is een vorm van ordening. Achter die normen gaan waarden schuil. Zij bepalen hoe wij als burgers naar de samenleving kijken, en wat we belangrijk vinden. Zij vormen als het ware de gemeenschappelijke noemer waar op een maatschappij drijft.

Een NIPO onderzoek in 2002 laat zien dat Nederlanders respect missen.
Nederlanders zien criminaliteit, georganiseerde misdaad, de wachtlijsten in de gezondheidszorg, vandalisme en het verval van normen en waarden als de grootste problemen in de maatschappij. Aan de basis van deze problemen ligt een gebrek aan respect. Het NIPO heeft dit onderzoek gehouden onder ruim 2000 Nederlanders. Dat de Nederlander worstelt met een gebrek aan respect, komt in het onderzoek in alle lagen van de bevolking naar voren. We geven steeds minder om elkaar en waarden en normen zoals begrip en vrijheid krijgen steeds minder betekenis, aldus het onderzoek. Van de ondervraagden ziet 45 procent dit als basis van de maatschappelijke problemen, zoals de toename van de criminaliteit.

We moeten fatsoenlijker en beleefder worden, zeggen acht van de tien Nederlanders volgens een recent onderzoek in opdracht van het dagblad Trouw. Overheid en onderwijs zijn daarvoor het meest verantwoordelijk, volgens de geënquêteerden. Maar is de schoolklas wel de plaats waar kinderen kennis krijgen van normen en waarden? In ieder geval wordt er in de Hindoe scholen aandacht besteed aan de Hindoe Dharma, de waarden en normen vanuit het Hindoeïsme en de waarden en normen van de Nederlandse samenleving. De kinderen worden goed voorbereid om als goede burgers in de Nederlandse samenleving hun weg te vinden.

Dharma
Het Hindoeïsme kent het viervoudige levensdoel (Chaturvarg). Dat zijn Dharma, Arth, Kaam en Moksha. Elders in het boek worden deze doelen besproken. Ik wil in dit verband Dharma wat verder toelichten aan de hand van Dr. Adhin [4]. "Dharma wordt gezien als het belangrijkste levensdoel, dat tegelijk ook als grondslag van het leven uitmaakt en als basis voor de bereiking van de andere levensdoelen dient. Dharma is één van de centrale en essentiële begrippen van het Hindoeïsme. Met Dharma wordt de diepere ethische grondslag bedoeld, in overeenstemming waarmee het menselijke leven (zowel in individueel als in sociaal opzicht) behoort te verlopen. Geen leven kan bestaan zonder ordening en disciplinering. Dharma geeft éénheid en richting, vorm en inhoud aan het menselijk handelen. Leven volgens Dharma betekent leven in overeenstemming met de regels, zoals die in godsdienst en moraal, recht en fatsoen tot uitdrukking worden gebracht. Dharma is niet alleen een godsdienstige belijdenis, die de mensen een morele of sociale gedragscode oplegt, maar een alomvattende levensregel, die van binnenuit moet groeien en gestalte aan ons denken en handelen moet geven." Veel Hindoes geloven dat wanneer de Dharma in gevaar komt en de samenleving in complete verwarring is, dat de Schepper zelf neerdaalt (in de vorm van een Awtaar; incarnatie) om de Dharma te herstellen en orde te scheppen. Dit zou je kunnen duiden als een opvoedkundige activiteit van God; Vishnu. Opvoeding is een belangrijk instrument om de waarden en normen aan onze kinderen mee te geven.

Opvoeding
Het opvoeden van kinderen is de verantwoordelijkheid van ouders of eventueel andere primaire verzorgers. Deze opvatting wordt zeker ook gedeeld door de Hindoes, want ouders worden in de Hindoe traditie gezien als de eerste guru (leermeester). Opvoeding houdt in dat ouders het kind helpen in zijn ontwikkeling, door kennis, waarden en normen over te dragen, en door structuur en een verzorgende en beschermende omgeving te bieden. De wijze waarop ouders hun kinderen opvoeden, is voor een belangrijk deel een praktische uitwerking van de ideeën en opvattingen die zij over opvoeding hebben. Uiteraard speelt school ook een belangrijke rol in het continueren en onderhouden van de waarden en normen. De rol van de school moet niet worden onderschat.

In recent opvoedingsonderzoek in Nederland door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wordt een aantal algemene opvoedingsoriëntaties van ouders beschreven. Er is in dat onderzoek ook getoetst of, en in hoeverre, ouders de theoretisch gefundeerde oriëntaties onderschrijven. Dit is gedaan aan de hand van opvoedingsdoelen die een concretisering zijn van die oriëntaties (Rispens et al. 1996 [31]; Klaassen en Leeferink 1998 [14]; Veugelers en De Kat 1998 [45]). In de theorie worden vier belangrijke oriëntaties onderscheiden. Het onderzoek toont aan dat ouders inderdaad die vier oriëntaties (autonomie, sociaal gevoel, prestatiegerichtheid en conformisme) hebben.

Allereerst benoemt men in het onderzoek de oriëntatie autonomie, of zelfbepaling. Deze oriëntatie refereert aan opvoedingsdoelen die zijn gericht op de individuele persoonlijkheidsontwikkeling van het kind. Meer in het bijzonder geldt dit het ontwikkelen van zelfvertrouwen, het dragen van verantwoordelijkheid, kritisch denken, het vormen van een eigen oordeel, rechtvaardig zijn en omgaan met gevoelens en emoties.
De Hindoe oriëntatie die hierbij past is dhriti (standvastigheid). Hier gaat het om het overwinnen van angst, gebrek aan doorzettingsvermogen, besluiteloosheid en veranderlijkheid te overwinnen. Het bereiken van doelen via gebed, planning, doorzetting en inspanning zijn belangrijk.
Asteya (niet hebzuchtig zijn); rechtvaardigheid, eerlijkheid en beheersing van eigen verlangens.

 De tweede oriëntatie is sociaal gevoel. Deze oriëntatie omvat doelen voor sociale persoonlijkheidsontwikkeling, zoals verdraagzaam zijn, solidariteit, rekening houden met anderen, behulpzaamheid, respect voor andersdenkenden en niet discrimineren.
Sommige onderzoeksresultaten tonen aan dat ouders sociaal gevoel als onmisbaar beschouwen voor de ontwikkeling van autonomie bij het kind. Als sociaal gevoel niet of onvoldoende wordt gestimuleerd, kan een eenzijdige benadrukking van autonomie leiden tot een egoïstische vorm van individualisme (Klaassen en Leeferink 1998; rmo 2001 [14]).
Het belang van deze oriëntatie zien wij weer terug in Ahinsa (geweldloosheid); het niet benadelen of kwetsen van anderen door gedachte, woord en daad. Een zachtmoedig leven leiden door alle wezens te respecteren als uiting van die Ene Goddelijke energie. Kshama (toegevendheid); geduldig en inschikkelijk zijn. Laat anderen zich gedragen naar hun aard zonder dat ze zich aan u hoeven aan te passen. Daya (mededogen); meedogendheid door harteloze, wrede en harde gevoelens tegenover alle wezens te overwinnen. Zie God overal en in iedereen.

De derde theoretische oriëntatie, prestatiegerichtheid, verwijst naar opvoedingsdoelen die te maken hebben met houding en gedrag rondom leren. In de empirie komt prestatiegerichtheid naar voren als de minst belangrijke van de algemene oriëntaties. Dit geldt althans, zoals verderop zal blijken, voor autochtone ouders. Bij allochtone ouders ligt dit anders; voor hen komt deze oriëntatie op de eerste plaats. Hoewel dit punt onder invloed van de westerse inzichten bij de Hindoes vrij genuanceerd ligt. Kinderen krijgen vaak zelf de vrijheid om te kiezen wat ze leuk vinden.
Dhriti (standvastigheid); het overwinnen van angst, het hebben van doorzettingsvermogen, besluiteloosheid en veranderlijkheid te overwinnen. Het bereiken van doelen via gebed, planning, doorzetting en inspanning is belangrijk. Brahmacharya (kuisheid); het gaat hier om het tonen van eerbaar gedrag, beheersing van de lusten. Het richten op en ontwikkelen van zuivere kennis. Niet afgeleid worden van je doel. Dit zijn prestatiegerichte doelen.

 Als laatste onderscheidt men de opvoedingsoriëntatie conformisme. Hier gaat het om aanpassing aan de sociale omgeving. Er wordt daarmee onder meer verwezen naar doelen als gehoorzaam zijn, orde en regelmaat, leren luisteren naar volwassenen, en het hebben van goede manieren.
Arjava (eerlijkheid); blijf eerlijk door bedrog en wangedrag te verwerpen. Wees eervol, zelfs in moeilijke tijden. Gehoorzaam de wetten van uw land en wees oprecht in zaken. Satya (waarheidslievendheid); niet liegen of beloften verbreken. Trouw zijn aan familie en vrienden en landgenoten. 

Om de opvoedingsoriëntaties van ouders in kaart te kunnen brengen, zijn in het kfo-onderzoek aan ouders een twaalftal opvoedingsdoelen voorgelegd, met de vraag aan te geven hoe belangrijk zij deze vinden voor de opvoeding van hun eigen kind. Het gaat daarbij om mogelijke en beïnvloedbare eigenschappen van het kind. De doelen zijn concrete uitwerkingen van de vier genoemde opvoedingsoriëntaties en zijn ontleend aan Opvoeden in Nederland van Rispens et al, 1996 [31].
De doelen die naar de oriëntatie 'conformisme' verwijzen zijn:
-      respect hebben voor ouderen;
-      goede manieren hebben;
-      ouders gehoorzamen.
Voor de oriëntatie 'autonomie' gaat het om de volgende doelen:
-      verantwoordelijkheidsgevoel hebben;
-      zelfstandig oordelen;
-      willen weten waarom dingen gebeuren.
Bij de oriëntatie 'sociaal gevoel' zijn dat:
-      verdraagzaam zijn;
-      rekening houden met anderen;
-      behulpzaam zijn.
En voor de oriëntatie 'prestatiegerichtheid', ten slotte, betreft het de volgende doelen:
-      het hebben van goede schoolresultaten;
-      ijverig en ambitieus zijn;
-      slim zijn.
Een overgrote meerderheid van ouders met een kind in het basis onderwijs (4 t/m 16 jaar) vindt bijna alle voorgelegde opvoedingsdoelen belangrijk tot zeer belangrijk. Verantwoordelijkheidsgevoel komt als opvoedingsdoel voor ouders op de eerste plaats (99% vindt dit belangrijk of zeer belangrijk), maar rekening houden met andere mensen en het hebben van goede manieren staan daar bijzonder dicht bij in de buurt.

Voor de Hindoes zijn de hierboven genoemde doelen absoluut herkenbaar. Deze doelen komen terug in de richtlijnen voor harmonie en innerlijke vrede. Daarnaast kent het Hindoeïsme de sanskaars (heilige sacramenten). Deze sanskaars helpen het individu zich verder te ontwikkelen als een goed en evenwichtig mens. Manur Bhawa; is de opdracht die wij mensen hebben gekregen van de Rishi's (spirituele zieners). Dat betekent zoiets als "wordt een betere mens" Dit lijkt in de eerste instantie raar om tegen een mens te zeggen om een mens te worden. Maar de kneep zit hem in het woordje betere. De Hindoe opvoeding sluit goed aan bij de bovengenoemde doelen en uitdagingen van deze moderne samenleving. De Hindoe is daarom goed in staat om zich naar de omstandigheden van de omgeving te voegen, zonder zijn identiteit te verliezen.

 

15 jaar Hindoe basisschool Shri Saraswatie