Om
de waarde van de "Hindoe opvoeding" te kunnen
bepalen wil ik eerst stil staan bij de
begrippen normen en waarden van de
Nederlandse (of westerse) samenleving.
Tegelijkertijd is het niet eenvoudig om iets
over normen en waarden van de Nederlandse of
de Hindoe samenleving aan te geven. Normen en
waarden zijn niet statisch. Dat wil zeggen
dat normen en waarden veranderen met de tijd
en de omstandigheden. De tijd waarin wij nu
leven is heel erg onderhevig aan verandering.
Onder invloed van het
individualiseringsproces en de toepassing van
nieuwe technologieën (denk aan de
informatie & comMoenicatie technologie,
ICT) is de samenleving in relatief korte tijd
behoorlijk veranderd. De Nederlandse
samenleving is in de afgelopen decennia
veranderd van een hechte samenleving naar een
lossere samenleving. We zijn minder
afhankelijk geworden van onze familie en
buren. Alles kunnen we tegenwoordig kopen.
Behalve spullen voor levensonderhoud, kunnen
we ook zorg en diensten kopen. Waar je
vroeger een beroep deed op je familie,
vrienden of buren, kun je nu een beroep doen
op de overheid, een verzekering of
particulier zorg en diensten inkopen. Dat is
het resultaat van de individualisering
enerzijds en de ontwikkeling van de
verzorgingsstaat anderzijds. De laatste jaren
zien wij weer een andere beweging ontstaan,
namelijk dat de overheid steeds meer
terugtreedt. De verzorgingsstaat wordt
langzaam en op sommige punten zelfs snel
afgebrokkeld. Er is een beweging zichtbaar
naar meer privatisering van bedrijven en
ondernemingen en meer eigen
verantwoordelijkheid van de individuele
burger. Mensen vinden hun privacy belangrijk
en willen graag zelfstandig wonen in plaats
van bij familie. De laatste jaren zijn heel
veel kleine woningen voor eenpersoons
huishouden gebouwd. Er is minder sociale
controle in de wijken van de steden. Via
internet en televisie weten we in een mum van
tijd wat er aan de andere kant van de wereld
gebeurt. Belangrijke gebeurtenissen kunnen we
tegenwoordig zelfs rechtsreeks via de
televisie en internet volgen. Dat maakt dat
de wereld kleiner is geworden. Men spreekt
van een "global village". De wereld is een
dorp geworden. Dat betekent ook dat we onder
invloed staan van allerlei informatie vanuit
heel de wereld. Wij maken kennis met andere
culturen. De kennismaking met andere culturen
gebeurt tegenwoordig ook door de verre en
exotische vakantiereizen. Nederlanders gaan
graag vaak en ver op vakantie. Dat wordt ook
makkelijker gemaakt door de vliegindustrie
die door efficiëntie en concurrentie
goedkoper is gaan vliegen.
Uiteraard zijn er nog meer factoren die van
invloed zijn op de ontwikkeling van de normen
en waarden van de samenleving. Denk
bijvoorbeeld aan de ontkerkelijking, de
ontzuiling van de samenleving en de
immigratie bewegingen. Het is niet mijn
bedoeling om een compleet overzicht te geven
van alle factoren die van invloed zijn op de
samenleving. Ik wil alleen duidelijk maken
dat waarden en normen in de samenleving niet
statisch zijn maar door tijd en
omstandigheden steeds veranderen. Soms gaan
die veranderingen snel en soms langzaam. We
hebben nu misschien de pech of het geluk dat
door de genoemde factoren de veranderingen
sneller gaan dan sommigen van ons wellicht
kunnen bijbenen. Maar laten we nu eens kijken
naar de waarden en normen van de Nederlandse
samenleving.
De begrippen waarden en normen duiden
gevoelsmatig iets van een
groepsaangelegenheid aan. Het gaat over een
waarde of norm van een groep mensen (een
samenleving). Dat lijkt in contrast te staan
met een samenleving die individualistisch is
georiënteerd. Het kabinet Balkenende
heeft het onderwerp, waarden en normen, op de
politieke agenda gezet. De kranten en andere
media besteden vervolgens gretig aandacht aan
dit onderwerp. Maar waar gaat het nu
eigenlijk om, wat zijn de Nederlandse waarden
en normen? En hoe passen de waarden en normen
van de Hindoes in deze samenleving?
Nederland kent geen lange traditie van
gemengde culturen. Laatste dertig veertig
jaar staat de Nederlandse cultuur onder
invloed van andere (exotische) culturen
(Hindoes, Creolen, Chinezen, Javanen,
Marokkanen, Turken enzovoorts). Velen zien de
multiculturele samenleving als een
verrijking. Maar er zijn ook groepen die dat
als een bedreiging ervaren. Maar vaak is die
angst gebaseerd op vooroordelen en vooral
onbekendheid met de cultuur. 'Onbekend maakt
onbemind'. Laten we er vanuit gaan dat de
verschillende culturen de Nederlandse
samenleving verrijken. Als men over
integratie nadenkt dan denkt men onmiddellijk
aan identiteit en aanpassing aan of het
overnemen van de normen en waarden
enzovoorts. Maar wie goed naar de
overeenkomsten tussen de verschillende
culturen kijkt, komt achter dat het wel
meevalt met de verschillen. Er zijn mijns
inziens veel gemeenschappelijkheden in de
waarden en normen. In de basis verschillen
wij heus niet veel van elkaar. Vandaar dat ik
het eens ben met de slagzin van de
Nederlandse Opleiding voor Hindoe
Geestelijken "gemeenschappelijke grond ieder
een eigen huis". Als we kunnen inzien dat er
een gemeenschappelijke basis aanwezig is, dan
lukt het makkelijker om elkaar de
ontplooiingsruimte te geven. Dan lukt het ook
beter om elkaar te respecteren. In deze visie
past dan geen oordeelgedrag maar een gedrag
waarbij iedereen elkaar in zijn waarde moet
laten. Wat is er mis mee dat de
één patat eet, terwijl de ander
een roti lust? Wat is er mis mee als de
één met een hoofddoekje loopt
terwijl de ander zich prettig voelt zonder
een hoofddeksel? Als we in staat zijn de
verschillen te accepteren pas dan zullen we
de ander als een gelijkwaardige persoon
kunnen zien. Ten slotte zegt de Hindoe
Shaastra; "Vasudhaiva Kutumbakam" de wereld
is één familie. Maar ondanks
deze familieband kent elke samenleving zijn
eigen identiteit, eigen waarden en
normen.
Waarden
en normen
Volgens het Van Dale woordenboek betekent het
woord norm; de toestand die voor een
categorie van personen of zaken de gewone is
of waarnaar zij zich kunnen of moeten
richten. Verder wordt er gezegd dat het een
regel is voor de normalisatie. Normalisatie
komt van het woord normaal en dat betekent in
overeenstemming met de regel. Dus om te
kunnen normaliseren zijn er regels (normen)
nodig. Die normen zullen dan eerst moeten
worden vastgesteld. Maar waar komen die
normen vandaan? Normen komen voort uit
waarden. De groep vindt iets van waarde. Het
is bijvoorbeeld waardevol om te streven naar
vrijheid in het westen. Democratie is van
grote waarde in het westen.
De website, normenenwaardendebat.nl
omschrijft een waarde als een binnen een
bepaalde groep of samenleving heersende
opvatting, waaraan door de leden van deze
groep of samenleving groot intern belang (of
waarde) wordt toegekend. Bij een waarde kan
worden gedacht aan bijvoorbeeld: rekening
houden met elkaar of respect hebben voor het
eigendom van anderen. Deze waarden dienen,
zoals gesteld, als uitgangspunt voor normen.
Normen zijn gedragsregels, informeel (opstaan
voor een zwangere vrouw in de bus) of formeel
(strafbaar stellen van diefstal volgens het
Wetboek van Strafrecht).
Normen
slaan op handelen: wat mag je wel en wat mag
je niet doen. Een deel van die normen staan
in de wet. Normen ordenen een samenleving,
het recht is een vorm van ordening. Achter
die normen gaan waarden schuil. Zij bepalen
hoe wij als burgers naar de samenleving
kijken, en wat we belangrijk vinden. Zij
vormen als het ware de gemeenschappelijke
noemer waar op een maatschappij
drijft.
Een NIPO
onderzoek in 2002 laat zien dat Nederlanders
respect missen.
Nederlanders zien criminaliteit,
georganiseerde misdaad, de wachtlijsten in de
gezondheidszorg, vandalisme en het verval van
normen en waarden als de grootste problemen
in de maatschappij. Aan de basis van deze
problemen ligt een gebrek aan respect. Het
NIPO heeft dit onderzoek gehouden onder ruim
2000 Nederlanders. Dat de Nederlander
worstelt met een gebrek aan respect, komt in
het onderzoek in alle lagen van de bevolking
naar voren. We geven steeds minder om elkaar
en waarden en normen zoals begrip en vrijheid
krijgen steeds minder betekenis, aldus het
onderzoek. Van de ondervraagden ziet 45
procent dit als basis van de maatschappelijke
problemen, zoals de toename van de
criminaliteit.
We moeten
fatsoenlijker en beleefder worden, zeggen
acht van de tien Nederlanders volgens een
recent onderzoek in opdracht van het dagblad
Trouw. Overheid en onderwijs zijn daarvoor
het meest verantwoordelijk, volgens de
geënquêteerden. Maar is de
schoolklas wel de plaats waar kinderen kennis
krijgen van normen en waarden? In ieder geval
wordt er in de Hindoe scholen aandacht
besteed aan de Hindoe Dharma, de waarden en
normen vanuit het Hindoeïsme en de
waarden en normen van de Nederlandse
samenleving. De kinderen worden goed
voorbereid om als goede burgers in de
Nederlandse samenleving hun weg te
vinden.
Dharma
Het Hindoeïsme kent het viervoudige
levensdoel (Chaturvarg). Dat zijn Dharma,
Arth, Kaam en Moksha. Elders in het boek
worden deze doelen besproken. Ik wil in dit
verband Dharma wat verder toelichten aan de
hand van Dr. Adhin [4]. "Dharma wordt
gezien als het belangrijkste levensdoel, dat
tegelijk ook als grondslag van het leven
uitmaakt en als basis voor de bereiking van
de andere levensdoelen dient. Dharma is
één van de centrale en
essentiële begrippen van het
Hindoeïsme. Met Dharma wordt de diepere
ethische grondslag bedoeld, in
overeenstemming waarmee het menselijke leven
(zowel in individueel als in sociaal opzicht)
behoort te verlopen. Geen leven kan bestaan
zonder ordening en disciplinering. Dharma
geeft éénheid en richting, vorm
en inhoud aan het menselijk handelen. Leven
volgens Dharma betekent leven in
overeenstemming met de regels, zoals die in
godsdienst en moraal, recht en fatsoen tot
uitdrukking worden gebracht. Dharma is niet
alleen een godsdienstige belijdenis, die de
mensen een morele of sociale gedragscode
oplegt, maar een alomvattende levensregel,
die van binnenuit moet groeien en gestalte
aan ons denken en handelen moet geven." Veel
Hindoes geloven dat wanneer de Dharma in
gevaar komt en de samenleving in complete
verwarring is, dat de Schepper zelf neerdaalt
(in de vorm van een Awtaar; incarnatie) om de
Dharma te herstellen en orde te scheppen. Dit
zou je kunnen duiden als een opvoedkundige
activiteit van God; Vishnu. Opvoeding is een
belangrijk instrument om de waarden en normen
aan onze kinderen mee te geven.
Opvoeding
Het opvoeden van kinderen is de
verantwoordelijkheid van ouders of eventueel
andere primaire verzorgers. Deze opvatting
wordt zeker ook gedeeld door de Hindoes, want
ouders worden in de Hindoe traditie gezien
als de eerste guru (leermeester). Opvoeding
houdt in dat ouders het kind helpen in zijn
ontwikkeling, door kennis, waarden en normen
over te dragen, en door structuur en een
verzorgende en beschermende omgeving te
bieden. De wijze waarop ouders hun kinderen
opvoeden, is voor een belangrijk deel een
praktische uitwerking van de ideeën en
opvattingen die zij over opvoeding hebben.
Uiteraard speelt school ook een belangrijke
rol in het continueren en onderhouden van de
waarden en normen. De rol van de school moet
niet worden onderschat.
In recent
opvoedingsonderzoek in Nederland door het
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wordt
een aantal algemene
opvoedingsoriëntaties van ouders
beschreven. Er is in dat onderzoek ook
getoetst of, en in hoeverre, ouders de
theoretisch gefundeerde oriëntaties
onderschrijven. Dit is gedaan aan de hand van
opvoedingsdoelen die een concretisering zijn
van die oriëntaties (Rispens et al. 1996
[31]; Klaassen en Leeferink 1998
[14]; Veugelers en De Kat 1998
[45]). In de theorie worden vier
belangrijke oriëntaties onderscheiden.
Het onderzoek toont aan dat ouders inderdaad
die vier oriëntaties (autonomie, sociaal
gevoel, prestatiegerichtheid en conformisme)
hebben.
Allereerst
benoemt men in het onderzoek de
oriëntatie autonomie, of zelfbepaling.
Deze oriëntatie refereert aan
opvoedingsdoelen die zijn gericht op de
individuele persoonlijkheidsontwikkeling van
het kind. Meer in het bijzonder geldt dit het
ontwikkelen van zelfvertrouwen, het dragen
van verantwoordelijkheid, kritisch denken,
het vormen van een eigen oordeel,
rechtvaardig zijn en omgaan met gevoelens en
emoties.
De Hindoe oriëntatie die hierbij past is
dhriti (standvastigheid). Hier gaat
het om het overwinnen van angst, gebrek aan
doorzettingsvermogen, besluiteloosheid en
veranderlijkheid te overwinnen. Het bereiken
van doelen via gebed, planning, doorzetting
en inspanning zijn belangrijk.
Asteya (niet hebzuchtig zijn);
rechtvaardigheid, eerlijkheid en beheersing
van eigen verlangens.
De tweede
oriëntatie is sociaal gevoel.
Deze oriëntatie omvat doelen voor
sociale persoonlijkheidsontwikkeling, zoals
verdraagzaam zijn, solidariteit, rekening
houden met anderen, behulpzaamheid, respect
voor andersdenkenden en niet
discrimineren.
Sommige onderzoeksresultaten tonen aan dat
ouders sociaal gevoel als onmisbaar
beschouwen voor de ontwikkeling van autonomie
bij het kind. Als sociaal gevoel niet of
onvoldoende wordt gestimuleerd, kan een
eenzijdige benadrukking van autonomie leiden
tot een egoïstische vorm van
individualisme (Klaassen en Leeferink 1998;
rmo 2001 [14]).
Het belang van deze oriëntatie zien wij
weer terug in Ahinsa (geweldloosheid);
het niet benadelen of kwetsen van anderen
door gedachte, woord en daad. Een zachtmoedig
leven leiden door alle wezens te respecteren
als uiting van die Ene Goddelijke energie.
Kshama (toegevendheid); geduldig en
inschikkelijk zijn. Laat anderen zich
gedragen naar hun aard zonder dat ze zich aan
u hoeven aan te passen. Daya
(mededogen); meedogendheid door
harteloze, wrede en harde gevoelens tegenover
alle wezens te overwinnen. Zie God overal en
in iedereen.
De derde
theoretische oriëntatie,
prestatiegerichtheid, verwijst naar
opvoedingsdoelen die te maken hebben met
houding en gedrag rondom leren. In de empirie
komt prestatiegerichtheid naar voren als de
minst belangrijke van de algemene
oriëntaties. Dit geldt althans, zoals
verderop zal blijken, voor autochtone ouders.
Bij allochtone ouders ligt dit anders; voor
hen komt deze oriëntatie op de eerste
plaats. Hoewel dit punt onder invloed van de
westerse inzichten bij de Hindoes vrij
genuanceerd ligt. Kinderen krijgen vaak zelf
de vrijheid om te kiezen wat ze leuk
vinden.
Dhriti (standvastigheid); het
overwinnen van angst, het hebben van
doorzettingsvermogen, besluiteloosheid en
veranderlijkheid te overwinnen. Het bereiken
van doelen via gebed, planning, doorzetting
en inspanning is belangrijk. Brahmacharya
(kuisheid); het gaat hier om het tonen
van eerbaar gedrag, beheersing van de lusten.
Het richten op en ontwikkelen van zuivere
kennis. Niet afgeleid worden van je doel. Dit
zijn prestatiegerichte doelen.
Als laatste
onderscheidt men de opvoedingsoriëntatie
conformisme. Hier gaat het om aanpassing aan
de sociale omgeving. Er wordt daarmee onder
meer verwezen naar doelen als gehoorzaam
zijn, orde en regelmaat, leren luisteren naar
volwassenen, en het hebben van goede
manieren.
Arjava (eerlijkheid); blijf eerlijk
door bedrog en wangedrag te verwerpen. Wees
eervol, zelfs in moeilijke tijden. Gehoorzaam
de wetten van uw land en wees oprecht in
zaken. Satya (waarheidslievendheid);
niet liegen of beloften verbreken. Trouw zijn
aan familie en vrienden en
landgenoten.
Om de
opvoedingsoriëntaties van ouders in
kaart te kunnen brengen, zijn in het
kfo-onderzoek aan ouders een twaalftal
opvoedingsdoelen voorgelegd, met de vraag aan
te geven hoe belangrijk zij deze vinden voor
de opvoeding van hun eigen kind. Het gaat
daarbij om mogelijke en beïnvloedbare
eigenschappen van het kind. De doelen zijn
concrete uitwerkingen van de vier genoemde
opvoedingsoriëntaties en zijn ontleend
aan Opvoeden in Nederland van Rispens
et al, 1996 [31].
De doelen die naar de oriëntatie
'conformisme' verwijzen zijn:
- respect
hebben voor ouderen;
- goede
manieren hebben;
- ouders
gehoorzamen.
Voor de oriëntatie 'autonomie' gaat het
om de volgende doelen:
-
verantwoordelijkheidsgevoel hebben;
- zelfstandig
oordelen;
- willen weten
waarom dingen gebeuren.
Bij de oriëntatie 'sociaal gevoel' zijn
dat:
- verdraagzaam
zijn;
- rekening
houden met anderen;
- behulpzaam
zijn.
En voor de oriëntatie
'prestatiegerichtheid', ten slotte, betreft
het de volgende doelen:
- het hebben
van goede schoolresultaten;
- ijverig en
ambitieus zijn;
- slim
zijn.
Een overgrote meerderheid van ouders met een
kind in het basis onderwijs (4 t/m 16 jaar)
vindt bijna alle voorgelegde opvoedingsdoelen
belangrijk tot zeer belangrijk.
Verantwoordelijkheidsgevoel komt als
opvoedingsdoel voor ouders op de eerste
plaats (99% vindt dit belangrijk of zeer
belangrijk), maar rekening houden met andere
mensen en het hebben van goede manieren staan
daar bijzonder dicht bij in de
buurt.
Voor de Hindoes
zijn de hierboven genoemde doelen absoluut
herkenbaar. Deze doelen komen terug in de
richtlijnen voor harmonie en innerlijke
vrede. Daarnaast kent het Hindoeïsme de
sanskaars (heilige sacramenten). Deze
sanskaars helpen het individu zich verder te
ontwikkelen als een goed en evenwichtig mens.
Manur Bhawa; is de opdracht die wij mensen
hebben gekregen van de Rishi's (spirituele
zieners). Dat betekent zoiets als "wordt een
betere mens" Dit lijkt in de eerste instantie
raar om tegen een mens te zeggen om een mens
te worden. Maar de kneep zit hem in het
woordje betere. De Hindoe opvoeding
sluit goed aan bij de bovengenoemde doelen en
uitdagingen van deze moderne samenleving. De
Hindoe is daarom goed in staat om zich naar
de omstandigheden van de omgeving te voegen,
zonder zijn identiteit te verliezen.